Tag Archives: 21ste eeuw

Mijn Instagram toppers

Misschien weten jullie het nog niet,maar naast geschiedenis is ook fotografie een passie van mij. Of beter gezegd: beelden. Want film mag je bij mij ook wel een grote liefhebberij noemen.

Daarom dat ook veel foto’s die ik hier op mijn geschiedenis blog gebruik van mezelf zijn. Gemaakt met mijn smartphone. Maar sinds een jaartje ook vaker en vaker met mijn Canon 1200D.

Niet dat ik zo’n expert ben en met duur materiaal rondloop. Maar mijn Canon is wel een goeie vriend geworden wanneer ik me uitleef in het vastleggen van beelden. Tijdens wandelingen, tijdens reizen of wanneer er een evenement is. Vaker en vaker kijk ik door de lens.

Wat doe ik allemaal met mijn foto’s? Instagram!

Maar wat doe ik nu allemaal met de plaatjes die ik schiet?

Zoals ik al zei gebruik ik ze steeds vaker voor deze geschiedenis blog. Maar ik gebruik ze ook regelmatig op mijn Facebookpagina.: Historicus Rob

Die Facebook-pagina gebruik ik trouwens om nieuwtjes uit de wereld van geschiedenis en archeologie te verzamelen en te verspreiden. Als je dus up to date wilt blijven, dan moet je zeker eens mijn Facebookpagina liken! Bedankt alvast!

Maar waar ik zéker mijn zelfgemaakte foto’s voor gebruik is Instagram. Makkelijk wanneer ik foto’s met mijn smartphone neem, wat omslachtiger met de Canon. Maar altijd met een historisch onderwerp.

Mijn toppers op Instagram

Misschien ben je ondertussen wel al nieuwsgierig geworden naar mijn Instagram? Geen nood, je vindt de link hieronder (en aarzel niet om me te volgen, ik probeer wekelijks toch enkele foto’s online te plaatsen): historian_rob

[instagram-feed]

Ik geef je hier echter graag al enkele van mijn topfoto’s mee. Hopelijk vind je ze ook leuk!

Waterburcht pietersheim

[one-half-first]Mijn eerste foto én meteen een filtertje erop. Ik was klaar voor Instagram!

Het is ook mijn meest dierbare plekje geschiedenis.[/one-half-first]
[one-half][/one-half]

Voetjes omhoog in Parijs

[one-half-first]Misschien wel de enige foto op mijn Instagramaccount die niet meteen een duidelijke historische link heeft.

Maar ze vertelt wel wat meer over mezelf. Zomer, wat natuur, wat geschiedenis in de buurt en op tijd en stond de voetjes omhoog na een lange wandeling.[/one-half-first]
[one-half][/one-half]

Panning for gold

[one-half-first]Een van de foto’s tijdens mijn reis naar de San Diego regio. Een louterende reis.

En natuurlijk wou ik al heel mijn leven op een traditionele manier naar goud zoeken in het echte Wilde Westen! Dat staat alvast van mijn bucketlist geschrapt![/one-half-first]
[one-half][/one-half]

 Foxholes in Bastogne

[one-half-first]

Deze foto vind ik leuk omdat ze aantoont hoe mijn leven gevuld wordt met geschiedenis. Voor deze foto ging ik immers met goeie vrienden een dagje op stap voor een wandeling die je ook als speurtocht naar cultuur en geschiedenis kunt zien. Ook al is het een putje in het bos. Het zijn net die stukjes geschiedenis die me interesseren.

Het is ook een van de fotoreeksen die ik heb gebruikt voor mijn eigen artikel (over de Band of Brothers in Foy).

[/one-half-first]
[one-half][/one-half]

Stargate poort

[one-half-first]

Esthetisch gezien totaal geen geslaagde foto. Maar ik trek er niet altijd op uit om op zoek te gaan naar een brokje geschiedenis. Ook thuis vanop de zetel meteen goeie ontspannende historische film of boek moet kunnen. En het entertainmentgehalte mag dan zeker niet te laag zijn.[/one-half-first]

[one-half][/one-half]

Geboorteakte

[one-half-first]

Ook deze foto kun je allerminst geslaagd noemen. Maarhet is wel een belangrijke afbeelding voor dit moment in mijn leven.

In plaats van onderzoek te doen naar bredere onderwerpen zoals Edgard de Caritat, ben ik wat meer naar mezelf aan het kijken. Daarom: een genealogisch onderzoek.

Deze foto toont een huwelijksakte van één van mijn voorouders. Aan de ene kant geeft al de informatie over mijn voorvaderen niet zo heel veel aanvulling op mijn leven. Maar van de andere kant gezien blijft het toch wel in mijn hoofd zitten en ben ik blij wat meer over hen te weten.  Maar meer hierover in mijn artikel over mijn genealogisch onderzoek.[/one-half-first]
[one-half][/one-half]

[spacer height=”10px”]

Naast schrijven ook fotograferen

Het mag dus wel duidelijk zijn dat deze blog mijn grootste liefhebberijen combineert.

Mocht je zelf leuke foto’s hebben die je wilt delen of je kent toffe plekken die het waard zijn om gefotografeerd te worden, dan mag je me altijd eens een mailtje sturen!

Calcio Storico: brutaalste sport ooit

Een collega wees me onlangs op iets wat waarschijnlijk de brutaalste sport ooit moet zijn: Calcio Storico, ook wel Calcio Fiorentino genaamd.

De Calcio Storico kun je samenvatten als een voetbalspel zonder al te veel regels. Je ziet mannen met een bal spelen. Wel in hun handen en niet met hun voeten. Maar je ziet ook veel mannen vechten?. Hárd vechten.

Op het eerste zicht leek het me een soort uitlaatklep voor voetbal hooligans. Een voetbalveld waar ze zich mogen uitleven tegen een rivaliserende hooliganclub.

Maar blijkbaar zit er toch een interessante geschiedenis achter dit Calcio Fiorentino. En die geschiedenis leg ik je hier graag even uit. Wil je de precieze regels kennen en het spel doorgronden? Dan raad ik je de aankoop van het boekje A beginners guide to Calcio Fiorentino aan.

Wat is Calcio Storico?

Calcio Storico wordt ook wel Calcio Fiorentino of Florentijns trapspel genoemd. Het is een gewelddadig balspel met twee teams van elk 27 mannen. Je mag tijdens het spel zowel je handen als voeten gebruiken.

Om een goal te maken moet je de bal in een net gooien aan de overkant van het veld, dat een zanderig terrein is. Een wedstrijd duurt 50 minuten en je hebt ook een scheidsrechter, 6 lijnrechters en een veldmeester om alles in goede banen te leiden.

Bij het afvuren van het kannon wordt de bal het veld ingegooid. En dan breekt de hel los. Schoppen tegen het hoofd is verboden. Maar kopstoten, wurging of zand in de ogen van je tegenstander wrijven is toegelaten. Of beter nog: het wordt aangemoedigd. Het Calcio Storico is één groot vechtfestijn.

Er worden tijdens een wedstrijd dan ook geregeld mensen het veld afgedragen. Gebroken botten zijn ook totaal geen uitzondering.

Calcio Storico/Calcio Fiorentino: ontstaan

Dit wreedaardig balspel stamt uit de 15de eeuw. Het wordt gezien als een vroege vorm van voetbal en stamt zelf waarschijnlijk af van een Romeins balspel. Dat spel was op zijn beurt dan waarschijnlijk weer het resultaat van een soort militaire krachttraining.

Een écht startpunt van het Calcio is  echter moeilijk te bepalen. Balspelen worden immers al sinds mensenheugenis uitgevonden, aangepast en gespeeld.

Omdat Calcio Storico ook Calcio Fiorentino wordt genoemd, kun je al raden waar het ontstaan is: in Firenze (Italië).

Het waren aristocraten die Calcio Storico speelden. Zelfs tot in het Vaticaan speelde men het.

Op het einde van de 15de eeuw kende het spel zo’n grote populariteit dat men het op zowat elk plein in Firenze speelde. In 1490 zou men zelfs gespeeld hebben op de bevroren rivier Arno. En ook in andere landen buiten Italië speelde men het Calcio.

Toch zou de sport in de 18de-19de eeuw nog amper gespeeld worden en uitdoven. Tot het in 1930 een tweede leven kreeg. Sindsdien zijn er jaarlijks drie wedstrijden in juni.

Het evenement Calcio Storico/Calcio Fiorentino

Dit toch wel aparte evenement begint met een stoet in het historisch centrum van Firenze. Compleet met historische kostuums uit de 16de eeuw.

De ploegen die deelnemen aan het Calcio beelden de historische wijken van firenze uit. Elk team (wijk) heeft een eigen embleem. Nu zijn het de districten van Firenze die in teams worden opgedeeld met elk een kleur.

Bron:
Wikipedia
Geef hier je beoordeling van dit artikel. Bedankt!

Mijn figuratie voor de emperor film in Gent

De film Emperor. Die gaat me heel mijn leven bijblijven. Je weet het misschien nog niet, maar ik ben een historicus die al een tijdje in Gent woont. En ik hou van film. Je kunt je dus wel inbeelden hoe hard mijn historisch-filmisch hart sloeg toen ik in september 2014 hoorde van opnames voor de film ‘Emperor’.

Oproep om mee te spelen in The Emperor

Emperor is een Europese spektakelfilm die draait om één van mijn meest favoriete historische personages:  keizer Karel V (1500-1555). Hoewel de filmopnames grotendeels in Tsjechië plaatsvonden, schoot men de openingsscènes in Gent. De geboortestad van Karel V. Grootse massascènes voor een spektakelfilm hebben natuurlijk veel figuranten nodig, en zo lanceerde de productie ook in Gent een oproep. Alleen één groot minpunt voor mijzelf: je moest minstens 3 dagen vakantie nemen in de periode oktober-november 2014, en ik had op dat moment geen vakantiedagen meer over. Geen filmopnames voor mij dus. Een gemiste kans. En het leven kabbelde verder.

Tweede kansen bestaan

Een jaar ging voorbij en ik had al lang niet meer aan die gemiste kans gedacht, laat staan aan de film. Tot er plots in augustus 2015 een krantenartikel verscheen. De filmcrew voor Emperor zou immers in augustus neerstrijken in Gent. Mét hoofdrolspeler Adrian Brody. Las ik dat goed? Waren de opnames in 2014 uitgesteld en kwam de hele crew nu pas naar België? Zochten ze weer figuranten? Ja! Ja!  En nogmaals ja!

Blijkbaar had men de opnames van 2014 uitgesteld tot de zomer van 2015 en was men eerst naar Oost-Europa getrokken om de andere scènes in te blikken. Daar klopte mijn historisch-filmisch hart weer, en hoe! Maar wat bleek, de eerste week waarin de uitverkoren figuranten hun kledij moesten passen was al verstreken en het was nog maar anderhalve week vóór de eigenlijke filmopnames. Hoe kon ik zo last minute nog een kans maken? Ik besloot er voor de gaan.

Here I come, Emperor film!

Zaterdagochtend. Ik besloot om ’s ochtends meteen een mailtje naar het castingbureau te sturen. Hiervoor moest je een hele waslijst vragen invullen, van rijksregisternummer tot lengte, borst- en heupomtrek. Ook 3 foto’s, voorkant en achterkant hoofd met ook een foto van je gehele lichaam, moesten in de bijlage gestoken worden

Maar gewoon een vragenlijst invullen leek me niet te voldoen gezien het feit dat de meeste figuranten, hoogstwaarschijnlijk allemaal, al waren uitgekozen. Daarom zette ik alles op alles en schreef ik een begeleidende mail waarin ik uitlegde dat ik als historicus, leraar geschiedenis en met een stage aan de VRT achter de rug dé uitgelezen persoon was voor filmopnames over Karel V. Ik zal niet de hele brief hier neerschrijven, maar laat ons zeggen dat ik wel duidelijk maakte hoe uniek de kans voor mij was. Het leek mij één van die ervaringen die heel je leven bijblijven en ik smeekte nog net niet om mee te doen.

Hop, mailtje met al de gevraagde gegevens dus verstuurd naar het castingbureau. Meer kon ik niet doen. Of wel? Ik greep die zaterdagochtend de telefoon en belde de contactpersoon van het castingbureau op. Deze bleek net haar enige vrije weekend tijdens de opnamedagen te beleven –oeps – maar ze apprecieerde mijn follow-up telefoontje en enthousiasme ten zeerste. Ik dacht eerst nog dat mijn kansen verloren waren, want wie gaat nu extra moeite doen voor iemand die je op je vrije dag wakker belt, maar dat bleek goed mee te vallen.  Ze zou me echter pas enkele dagen later wat laten weten.  Héél spannende dagen .

De contactpersoon had me gezegd dat ik ten laatste maandagavond wat zou horen maar ook dinsdagochtend had ik nog geen mailtje gehad. Dus ik trok mijn assertiefste schoenen aan en stuurde dinsdagmiddag een follow-up mailtje om te horen of er al wat meer nieuws was. Nog geen 5 minuten later rinkelde mijn telefoon en verscheen er een onbekend nummer.

Het was inderdaad de contactpersoon voor de figuratie die belde! Mét ook nog eens goed nieuws! Want ik was als één van de laatste personen uitverkoren om figurant te spelen in de film Emperor in Gent.

Omdat mijn kandidatuur last minute was kon ik meteen aan de slag. Want twee dagen later verwachtte men mij op de pasdag. Het zou de laatste pasdag zijn dus ik mocht mijn vingers al kruisen dat er nog passende kleren overbleven. De instructie dat ik mijn baard niet meer mocht scheren was geen probleem. Scheren vind ik zo al saai genoeg.

Pasdag voor de figuranten van de film Emperor

Het was donderdag. Na mijn werk snelde ik op de fiets naar huis om een douche te nemen. Ik ging er vanuit dat de aankleders wel graag een gewassen lichaam in hun handen krijgen. Zeker gezien het die donderdag één van de laatste hete zomermaanden van augustus 2015 was.  En dan was er ook nog de adrenaline door al die spanning.

Aangekomen op de afgesproken locatie, een grote hal, voelde ik al meteen de gezonde spanning die er bij zulke projecten heerst. Zo heerste er het verbod op foto’s nemen. Iemand die dat net iets te opzichtig deed werd al snel gesommeerd de telefoon te tonen en de foto’s te verwijderen. Veel soon to be figuranten waren er ook niet meer aanwezig. Naast mij waren er nog één andere man en één vrouw. Zij mocht een vrouwelijke burgerinwoonster van Gent spelen. De andere man en ik mochten één van de “hoofdrollen” spelen: we waren blijkbaar geschikt om de ketterse Lutheranen te vertolken!

De Lutheranen van de film Emperor

Altijd speciaal om Lutheraan te spelen, maar dit had wel consequenties voor de kledij. Warme consequenties! Want de Lutheranen kleedden zich sober. Zo kregen we zwarte laarzen en een zwarte wollen broek aangereikt. Daarboven het ‘typische’ middeleeuwse losse witte hemd wat je wel vaker in historische films ziet.

emperor film gent

Dat was echter nog niet het einde. Ik kreeg nog een lange zwarte wollen gillet, een zwarte wollen kabuis én als afmakertje nog een zwarte wollen cape. Reken daarbij nog de zwarte wollen muts én hoed en je kunt je al inbeelden dat mijn douche daarvoor niet veel uitmaakte. Het was zweten. Dat beloofde al voor de opnames!

De opnames voor de film Emperor in Gent

Dag 1: aankleden

Om vijf uur ‘s ochtends was ik aanwezig in de kleedruimtes. Niemand in Gent te. Alhoewel, hoe dichter ik bij de Korenmarkt kwam hoe meer mensen ik zag wandelen en fietsen. Allemaal met hetzelfde doel: de opnameset van de Emperor film.

Ik parkeerde mijn fiets in de stalling van de Sint-Michielsbrug. Een hek sloot de Graslei en Sint-Michielsbrug op die plek echter af, dus ik moest een woonblok omlopen. De bewaker was echter zo vriendelijk mij door te laten zodat ik kon doorsteken over de brug. Maar dat had ik dus beter niet gedaan! Voor de opnames was de Sint-Michielsbrug immers omgedoopt tot een modderpoel waar ik letterlijk enkeldiep in wegzakte. Molenwiekend om niet uit te glijden geraakte ik stap voor stap aan de andere kant van de brug. Ik zou al een geweldige eerste indruk maken met mijn modderige schoenen, die ik amper schoon gewreven kreeg aan wat gras dat tussen enkele kasseien piepte.

Eenmaal in de kleedruimte aangekomen heerste er een algemene staat van opwinding, hoewel het nog zeer vroeg was. We bekeken elkaar met een blik van samenzwering. We zaten immers allemaal in hetzelfde leuke schuitje. Één van de kandidaat-figuranten gedroeg zich echter een beetje zat en zot, wat al meteen voor algemene hilariteit bij de figuranten, en nervositeit bij de bewaking, zorgde. Onder het luid uitroepen van “amateurs” werd de man de deur gewezen. Verschillende keren, want hij bleef maar terugkomen. Dat begon al goed!

Dag 1: lopen voor die paarden!

Als Lutheraan had ik het geluk dat de meeste filmscènes rond deze personages draaiden en ik dus vaak in actie mocht schieten. Op de Korenlei had de filmcrew een heuse middeleeuwse winkelstraat met kraampjes nagebouwd. En voor wie het zich bij het kijken van de film afvraagt; ja, al de groenten en vis die je ziet liggen was levensecht! Enkel het konijn in de kooi was opgezet. Of kon heel goed acteren!

Als eerste opdracht mochten wij als marktgangers een dagelijkse wandeling tussen de kraampjes maken. Al gauw zou de sfeer omslaan wanneer een amokmaker onder luid geroep ons zou passeren. Het ging hier al meteen niet meer over gewoon wat op de achtergrond staan. Nee, we mochten meteen reageren en interactie opbouwen met de hoofdacteur van die scène!

Dat was echter nog maar het begin van een spannende dag. Want toen men vroeg naar figuranten die snel konden lopen, glipte ik snel bij de uitverkoren. Gelukkig had ik nog een beetje basisconditie, want de opdracht was niet min. De scène speelde zich weer af op de nagebouwde markt, waar nu een groep vechtende ridders te paard grote opkuis zou houden.

De opdracht was duidelijk: deze getrainde filmpaarden stoppen voor niets of niemand dus maak je weg. Op de cue kwam het er dus op aan om weg te lopen en weg te duiken voordat de brullende ridders te paard ons inhaalden. Een stuntman belandde tijdens die scène bijna onder de hoeven van de paarden. ’s Avonds op het nieuws kon je zien hoe de cameraman en klankman door een van de dieren omver werden gelopen. Het paard verpinkte geen seconde. Het leven van een figurant: lopen voor je leven. Maar tegelijk ook de droom van een historicus: in historische klederdracht op een middeleeuwse markt achterna gezeten worden door ridders te paard. Reenactment op zijn best!

Als filmliefhebber (en sporadische scenarist) vond ik het ook heel interessant om Lee Tamahori, regisseur van de Emperor film, van dichtbij aan het werk te zien.

Dag 2: acteren met Adrien Brody & Michael Pas

Mijn tweede dag als figurant speelde zich af op de Sint-Michielsbrug van Gent, samen met de rest van de Lutheranen. Daar kregen we de opdracht om mee te acteren en niet zomaar te figureren. Met de hoofdacteurs, Adrien Brody en Michael Pas, recht tegenover ons, en Pas zelfs te midden van ons. De adrenalinerush kwam weer opzetten met topacteurs letterlijk binnen handbereik! Een niet alledaagse ervaring me dunkt én weer heel leerrijk. Niet dat ze veel professioneel oog hadden voor de figuranten. Michael Pas oefende vooral zijn Engelse zinnen. Ook hij had blijkbaar wat zenuwen om tegenover Adrien Brody te staan!

Ook tijdens deze brugscènes moesten we weer een interactie opbouwen met de hoofdacteurs. Wanneer zij hun toespraak naar ons, Lutheranen, voerden, moesten wij hierop reageren. Angstig, boos, rebellerend, vol verdriet. Al de emoties passeerden de revue. Al de camerastandpunten ook en zelfs met of zonder geluid (zeer grappig om meer dan 50 mensen in paniek te zien lippen) mochten we de scènes herdoen.

Dag 3: spelen met vuur!

De derde, en voor mij laatste dag als figurant in de emperor film, was dé apotheose van een geweldige ervaring.

De eerste taak van die dag was joelend rondlopen. Zonder beeld, enkel geluidsopnames om als achtergrondgeluid van een grote groep mensen te dienen. Altijd speciaal, zo’n opnames en ik vermoed dat de beelden die via smartphones werden genomen zeer confronterend zullen zijn.

Als besluit mochten we echter met vuur spelen op het pleintje voor de Sint-Michielskerk.  Als ketterse plunderaars mochten we gooien met beelden en ander kerkelijk interieur (allemaal filmprops natuurlijk). Er brandde al een stapel boeken, kerkstoelen en schilderijen maar wij mochten de hoop wat vergroten. Leef je uit riepen ze ons toe en dat deden we dan ook. Nooit gedacht dat ik als historicus perkamenten en schilderijen uit de “16de eeuw” met plezier in het vuur zou gooien.

Een trailer voor de film Emperor?

Is er nu al ergens een trailer voor de film Emperor in omloop? Op dit moment nog niet (van zodra die er is plaats ik hem onderaan dit artikel). De filmindustrie is een hele mallemolen en de release is al een paar keren uitgesteld.

Maar niet getreurd, ook zonder Emperor trailer kun je al beelden zien. Onderstaande video toont je scène van dag 3 die ik hierboven beschreef. We plunderen de Sint-Michielskerk in Gent.

Wil je me aan het werk zien in de emperor film? Dat kan! Op 1 minuut 28 seconden zie je me het plein oversteken van rechts naar links. Ik ga aan de haal met een kerkstoel. Ketter dat ik ben.

De Mijnramp van Marcinelle: Le Bois du Cazier

Laatst las ik een interessant boekje over de mijnramp in Marcinelle, le Bois du Cazier. Het was het boekje getiteld ‘Mannen met zwarte gezichten’ dat een bundeling is van een interview met, en reportages van, journalist Gaston Durnez.

Het bracht me in contact met een stuk Belgische geschiedenis dat ik hier graag met jullie deel: de grootste Belgische mijnramp.

De mijnramp Marcinelle: context

Veel Belgen hebben al wel van de mijnramp in Marcinelle gehoord. Hieronder leg ik je kort uit hoe deze ramp plaatsvond. Maar het is ook belangrijk de context te weten om zo de omvang van de mijnramp te kunnen vatten.

België richtte zich na de Tweede Wereldoorlog immers sterk op steenkool. Het leek een manier om economisch weer sterk te staan na de desastreuze oorlogsjaren. Men sloot zelfs een immigratiepact met Italië. Daarvoor waren het Duitse krijgsgevangen geweest die in onze mijnen naar steenkool groeven. De Italianen zouden echter hun plaats in de schamele barakken innemen.

Le Bois du Cazier: de mijnramp van Marcinelle

De mijnramp van Marcinelle vond plaats in de steenkoolmijn Le Bois du Cazier. Dit was een verouderde mijn waar op 8 augustus 1956 de ramp plaatsvond.

Rond 8u ’s ochtends wou mijnwerker Lanetta immers een volgeladen kolenwagen in de liftkooi plaatsen. Het systeem zat als volgt in mekaar: in de kooi stond een leeg karretje. Dat duwde men met een vol karretje aan de andere kant van de open kooi eruit zodat de kooi vol met geladen karren kwam te staan. Eenmaal gevuld kon de liftkooi naar boven.

Bij het verplaatsen van de steenkoolkarren ging het echter fout en zowel de lege kar als de volgeladen kar staken half op de liftkooi. Toen de lift naar boven werd gehaald braken de uitstekende karren dan ook een balk af. Dit zorgde voor een kettingreactie.

Door dit ongeluk braken immers ook hoogspanningskabels en een oliedrukleiding af. Le Bois du Cazier was nog maar één van de twee steenkoolmijnen die oliedrukleidingen gebruikten om de karren te vervoeren in plaats van de veilige leidingen onder waterdruk. Want het kwam door de combinatie van de afgebroken hoogspanningskabels en de oliedrukleiding dat er een plotse maar hevige brand ontstond.

 

Brand in Le Bois du Cazier

In de steenkoolmijnen zorgde men natuurlijk ook voor verluchting. Die speelde de mijnwerkers nu echter parten. Want het vuur werd hierdoor enkel maar verder aangewakkerd. Dit zorgde voor zowel grote vlammen als het verspreiden van rook en giftige stoffen in Le Bois du Cazier.

De hitte van de brand maakte de liften in de mijn ook nog eens onklaar. Kabels braken af en liftkooien vielen de diepte in.

Verschillende pogingen om de mijnwerkers, die op het moment van de ramp in de tunnels zaten, te redden konden nog enkele levens redden. Maar in totaal kwamen 262 mensen om, waaronder 136 Italianen en 95 Belgen.

Naweeën van de mijnramp van Marcinelle (Bois du Cazier)

De mijnramp van Marcinelle in Le Bois du Cazier had verschillende aflopen:

• Adolphe Calicis werd uiteindelijk tijdens een proces als zondebok aangewezen omdat hij de signalen van de ramp niet juist had geïnterpreteerd en verholpen. Nochtans had hij vlak na de ramp alles in het werk gesteld om zoveel mogelijk mensen te redden
• Mijnwerker Lanetta zag men dan weer als veroorzaker van de ramp. Weduwen eschimpten hem en men stuurde hem voor zijn eigen veiligheid naar Canada.
• Eigenlijk voldeed Le Bois Du Cazier aan de wettelijke veiligheidsvoorschriften. Die werden na de mijnramp van Marcinelle dan ook bijgesteld.
• Een jaar na de ramp werkte men weer in de mijn, die zou sluiten in 1961. Nu doet het dienst als museum.
• Het immigratiecontract met Italië werd opgeschort. Het zouden nu Spanjaarden, Grieken en Turken zijn die in België de mijnen zouden bevolken.

De artikels van Gaston Burnez: het lezen waard!

In 2015 bracht Linx+ het boekje ‘Mannen met Zwarte Gezichten’ uit. Caroline Cocquyt en Jurgen Masure verzorgden een interview met journalist Gaston Durnez. Ze bundelden ook de artikels die hij in 1956 over de mijnramp van Marcinelle schreef.

De publicatie laat ons kennismaken met de mijnramp van Le Bois du Cazier én met de journalistiek van de jaren ’50. Zeker de moeite waard om te lezen dus, en je kunt ze hier bestellen!

Ook deze documentaire is interessant, omdat ze veel archiefbeelden toont:

Geschiedenis van de truien in de tour de France

Elk zomer is het weer de hoogmis van de gele maillot: de ronde van Frankrijk. Een mens kan zich al snel de vraag stellen waarom wielrenners zich zo afbeulen. Daarom ging ik eens op zoek naar de geschiedenis van de truien in de tour de France.

De gele trui in de Tour de France – ronde van Frankrijk

De  gele maillot waar het allemaal om draait: de gele trui tour de France. Maar vanwaar die kleur?

Henri Desgrange, bezieler van de ronde van Frankrijk, was begin 20ste eeuw eigenaar van het magazine L’auto. Om meer publiciteit te krijgen bedacht hij samen de andere hoofdredacteur van het tijdschrift, Géo Lefèvre, een fietswedstrijd. De geschiedenis van de ronde van Frankrijk kon beginnen.

Je kunt het natuurlijk al raden. Het magazine L’auto drukte men op geel papier. De ideale inspiratiebron voor de kleur van de gele trui tour de France dus. De gele maillot zou vanaf 1919 de hoofdprijs worden. De ideale marketingstunt!

Wil je zelf een geel shirt van de Tour aanschaffen? Dat kan! Je kan het kopen bij Bol!

De groene trui in de tour de France – ronde van Frankrijk

De groene trui tour de France: de kleur voor de beste sprinter. Ook hier speelt de sponsor een hoofdrol in de keuze van kleur.

Belle-Jardinière bood zich aan als sponsor van de groene trui ronde van Frankrijk. De link met het groene logo is natuurlijk snel gelegd.

Wil je zelf een groen shirt van de Tour aanschaffen? Dat kan! Je kan het kopen bij Bol!

De bolletjestrui in de tour de France – ronde van Frankrijk

De bolletjestrui in de tour de France dan. Een trui die lijkt op de verpakking van snoepjes toch?

Dat vond de toenmalige sponsor chocolat Poulain toch. En zo zien we deze toch wel aparte bolletjestrui verschijnen in de ronde van Frankrijk.

Guillaume Martin werd 12de in de Tour, maar bekijkt in zijn boek Socrates op de fiets de wedstrijd vanuit een filosofisch oogpunt.

De witte trui in de tour de France – ronde van Frankrijk

Tenslotte, de witte trui in de tour de France. Deze is nu symbool voor de beste jongere, maar dat was vroeger anders. Toen stond het wit voor de combinatie van verschillende kleuren.

Zo genoot de gecombineerde witte trui in de ronde van Frankrijk veel aanzien! En dat zie je ook aan de coureurs die hem ooit droegen. Waaronder: de grote Eddy Merckx.

Zelf Tour de France spelen?

Naast geschiedenis hou ik me ook wel bezig met wat meer hedendaagse hobbies zoals…gamen! Zeker met de hele wielerhype durf ik al eens grijpen naar een game waarin ik zelf de gele trui kan veroveren (of toch een poging doen). Een tip? Tour de France voor Playstation 4, XBox One of Windows. Enkel zélf op de fiets kruipen brengt je dichter.

Maar ik ontdekte ook het de Tour de France bordspel Die probeerde ik al eens met vrienden uit, waarbij we het zowel binnen deden terwijl we naar een etappe keken en ‘s avonds buiten met een drankje.

Als je zelf nog tips hebt, dan mag je me ze zeker mailen!

De truien van de tour de France – ronde van Frankrijk

Het is duidelijk: de kleuren van de truien in de ronde van Frankrijk zijn ooit bepaald door de hoofdsponsors. Als historicus vind ik het natuurlijk mooi om te zien dat de traditie al meer dan 100 jaar stand houdt. Benieuwd wie de volgende truienwinnaars worden!

Wist je trouwens dat je de officiële shirts van de ronde van Frankrijk makkelijk kunt kopen? Een must voor elke fan, te koop bij Bol!