Tag Archives: 12de eeuw

Mijn bezoek: de ruien van Antwerpen

Ik hou wel van verborgen (historische) plekjes. Zeker als er een reukje aan hangt. Bij de Ruien in Antwerpen mag je dat geurtje zelfs letterlijk nemen! Samen met een goede vriendin dook ik deze oude stadsgrachten van ‘t Stad in voor onze eigen ondergrondse ruientocht.

Wat zijn de ondergrondse Ruien van Antwerpen?

De Ruien van Antwerpen bestaan al eeuwenlang, maar zijn nu niet meer zichtbaar voor de bovengrondse wandelaar. Het zijn waterwegen die al sinds de middeleeuwen dienst doen als leverancier van water (en zelfs voor een binnenhaven in de stad zorgden). Deze waterloopjes waren zowel natuurlijk gevormd als verder uitgebreid door mensenhanden.

In de loop der tijden ging men de Ruien echter meer en meer als riool gebruiken. Dat zorgde er mee voor dat de waterlopen overwelfd werden en ze uit het straatbeeld verdwenen. Vanaf dan kan je spreken over de ondergrondse ruien. Maar je kan ze nu nog altijd (deels) bezoeken, eventueel met rondleiding.

Wat meer geschiedenis van de Antwerpse Ruien

Het netwerk van meer dan 8 kilometer waterwegen begon sinds de 16de eeuw overkapt te geraken, omdat de groeiende bevolking van de stad Antwerpen stilaan genoeg had van de stinkende waters.

Daarom besloot het bestuur om het bouwen van huizen bovenop de Ruien gratis te maken. Op die manier kon de stad tegelijk groeien én het hygiënisch probleem oplossen.

De totale overdekking zou pas in de 19de eeuw voltooid zijn. Vanaf dan deden de Ruien pas écht dienst als riool. Tot men in de 20ste eeuw rioolbuizen zou gebruiken. Maar ook deze lopen door de Ruien. Je ziet: resten uit de middeleeuwen hebben zelfs in het hedendaagse Antwerpen nog hun nut!

Een bezoek brengen aan de Ruien in Antwerpen: de ruientocht

Een bezoek met rondleiding aan de Ruien in Antwerpen brengen is een ervaring op zich. Je kan, met laarzen en een pak, te voet de Ruien bezoeken. Maar wij kozen voor een kort (letterlijk:15 minuten) boottochtje. Ideaal om de Ruien even te mogen ervaren. Een echte ruienwandeling was nog niet voor nu.

Verwacht echter niet té veel van die ervaring met het bootje. Je vaart vijf minuten vooruit, waarna je terug achteruit vaart. Je ziet dus in totaal misschien een 100 meter van de Ruien. Je hoeft hiervoor ook niet te reserveren.

Ben je fan van Antwerpen en Monopolie? Dan is de Monopoly Antwerpen van Bol iets voor jou, toch?

De eerste stappen die je bij de start van je bezoek zet, doen je denken aan het bezoeken van een veel te vochtige, zompige kelder. Dan waait de geur van vuil water je tegemoet. Dat is een paar seconden wennen, en ook wanneer je terug buiten staat zal het nog even in je neus zitten. Maar het is zeker niet onoverkomelijk.De temperatuur valt goed mee, want het is vooral de vochtigheid die voor een wat klam gevoel zorgt. Je handen in het water steken raad ik niet aan, enkel als je thuis nog wat wilt nagenieten van de ruiengeur.

Ze geven je een beklemmend gevoel, die Ruien. En het is vooral indrukwekkend dat onder de drukke straten van Antwerpen nog altijd dit netwerk van waterlopen ligt. Én op verschillende manieren nog gebruikt wordt. Tijdens overvloedige regenval kan het water zelfs flink stijgen en een bezoek onmogelijk maken. Het leeft onder Antwerpen.

Zelf de Antwerpse Ruien bezoeken?

Ben je benieuwd om eens een kijkje te nemen in ondergronds Antwerpen? Dan kan je altijd eens binnenspringen om de Antwerpse Ruien te bezoeken. Starten doe je op/onder de Suikerrei (met naambordje in de Ruien zelf). Het is maar één van de vele historische plekjes die België rijk is. Denk bijvoorbeeld ook maar aan de kathedraal in Gent of Tongeren.

Meer info: http://ruien.be/nl/formules/

Trouwens, ook het Steen in Antwerpen is de moeite waard. Lees er hier alles over.

Ga je Antwerpen bezoeken? Dan kan ik je alleen maar volgende deze handige bezoekersgids aanraden: 500 Hidden Secrets of Antwerp

Bron:
http://ruien.be/nl/de-ruien/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Antwerpse_ruien

De herkomst van de banaan – een geschiedenis

Iedereen heeft er al wel eens eentje gegeten: een banaan. Maar wist je dat de bananen die we nu kennen niet de oorspronkelijke vruchten zijn? De herkomst van de banaan is een hele geschiedenis en speelt ook nu nog een grote rol in de fair trade handel. En ik ontdek graag met jou vanwaar de oorspronkelijke banaan nu vandaan komt.

De afkomst van de banaan

De oorsprong van de banaan kunnen we al eeuwen geleden in de geschiedenis plaatsen. De eerste vruchten zouden al zo’n tienduizend jaar geleden zijn geteeld door de eerste boeren.

Zoals met zoveel planten is het sinds de domesticatie van de mens dat er op telkens grotere schaal gekweekt kon worden.  

Waar komt de banaan vandaan?

De afkomst van de banaan zou in Nieuw-Guinea liggen. Dat is een eiland in de Grote Oceaan, niet ver van Australië. Van daaruit zou ze zich verder verspreid hebben over Azië en Afrika.

De oorspronkelijke banaan: niet te eten

De herkomst van de banaan is niet het verhaal van een lekkere vrucht. De eerste bananensoorten waren immers niet te eten! Het waren ruwe vruchten vol pitten. Maar waarschijnlijk gebruikten de eerste boeren de bladeren en stengels van de plant. Bijvoorbeeld als bouwmateriaal.

Het is pas door kweken en selecteren van soorten dat de banaan ook een lekkere vrucht werd. Maar het was nog een lange weg tot de ‘perfecte’ banaan zoals we die nu kennen.

De banaan speelt de laatste jaren een rol in de fair trade handel. Wil je daar meer over weten? Dan raad ik je het boek Kunnen we een betere wereld kopen aan.

Hoe zag de oorspronkelijke banaan eruit?

De bananen die we nu kennen zijn knalgeel en zoet. Maar dat waren de oorspronkelijke bananen zeker niet. De herkomst van de banaan is terug te leiden tot rode en groene varianten. Die moesten nog eerst gekookt worden voor je ze kon opeten. De versie die we nu kennen is eerder een mutatie van die soorten.

De Jamaicaan Jean Francois Poujot zou midden 19de eeuw zo’n mutatie op zijn plantage hebben ontdek en de soort verder gekweekt. Naast de betere smaak moest je deze variant ook niet meer koken vooraleer op te eten.

De geschiedenis van de banaan: een lange weg

De mens kent de wilde plant al tienduizenden jaren geleden, en vandaag is ze niet meer weg te denken. De banaan heeft doorheen de geschiedenis al een hele wereldreis gemaakt.

Zo stimueerden de Romeinen in de 1ste eeuw voor Christus al het telen van bananen. De verdere verspreiding zou sinds de 15de eeuw gebeuren met de kolonisatie. De Portugese schepen voerden toen continue van de Afrikaanse westkust naar Europa en terug.

De herkomst en oorsprong van de banaan: de geschiedenis samengevat

Het is altijd leuk om te weten vanwaar de “eerste banaan” vandaan komt en wat haar herkomst precies is. Maar natuurlijk is het zo een lange geschiedenis die zich over heel de wereld afspeelt, dat het moeilijk is om exacte locaties en data voor de afkomst van de banaan zeker te weten.

Natuurlijk is de wilde plant afkomstig uit de regio rond de evenaar, waar ze ook nu nog veelvuldig wordt gekweekt. En grote historische tendensen zoals de kolonisatie hebben, net zoals in andere gevallen, voor de verspreiding gezorgd.

Het is vooral goed om te weten dat de mooie, gekromde gele lekkere banaan die we nu kennen nog maar een heel recente vrucht is. Een resultaat van het selecteren en kweken van specifieke wilde bananen.

Alvast smakelijk!

Meer weten over de geschiedenis van groenten en fruit in onze regio? Bekijk dan zeker eens het boek Groenten en Fruit Vroeger en Nu!

Bron:
https://www.quest.nl/artikel/waar-komt-de-banaan-vandaan
https://www.thespruce.com/history
-of-bananas-as-food-1807565
https://nl.wikipedia.org/wiki/Banaan_(vrucht)

British Library HMNTS 10097.ccc.22

De geschiedenis van gewijde gestreken Gentse mastellen

“Zin om een gestreken mastel te eten?”.  Als Limburger in Gent had ik geen idee wat dat was, een ‘gestreken mastel’. Laat staan dat ik wist dat er ook iets bestaat als ‘gewijde mastellen’. En ik vond het al helemaal gek worden toen bleek dat je het kan eten.

Nochtans is een Gentse gestreken mastel een lokaal streekproduct dat op mijn lijf geschreven staat. Want een gewijde mastel is een historisch streekgerecht, vooral klaargemaakt in de Gentse wijk Patershol, in het centrum van de stad. Ik groef wat dieper in de Gentse cultuur en vertel je hieronder graag meer over de geschiedenis van dit gerecht.

De geschiedenis van de gewijde gestreken mastel van Gent: Sint-Hubertus

Het recept van de gestreken mastellen kent haar origine zo’n 900 jaar geleden. We zitten dan volop in de middeleeuwen. Een moment dat Gent als stad haar vlucht omhoog kende. Maar ook in Brussel kende men dit gebak.

Op dit moment eten de Gentenaren de gestreken mastellen vooral tijdens de Patersholfeesten jaarlijks in augustus.

Maar weinig mensen weten dat de Gentse mastellen eigenlijk op een andere periode in het jaar. Namelijk in november.

Op 3 november is het de dag van Sint Hubertus, de patroonheilige van de jacht. Volgens de legende zouden gewijde mastellen beschermen tegen hondsdolheid. Als je als jager tenminste je Gentse mastellen door een pastoor liet wijden. Vandaar de ‘gewijde mastellen’ van Gent.

Maar wat is dat nu eigenlijk, een Gentse gestreken mastel?

Een Gentse gestreken mastel, of ze nu gewijd is of niet, is een gebak dat gezien wordt als typisch streekproduct. De ingrediënten zijn een soepel deeg en zeker niet te vergeten bruine kandijsuiker en kaneel. Het broodje is rond met een kuiltje erin. Het wordt doorgesneden met hiertussen zouteboter,bruine kandijsuiker en kaneel.

Je eet een Gentse mastel vaak droog. Dit betekent dat ze is afgekoeld maar in een lauw oventje op temperatuur wordt gehouden terwijl ze regelmatig wordt omgedraaid. Mjin voorkeur gaat echter naar een vers gestreken mastel.

Ik heb het trouwens vaak over gestreken en ja, dat betekent inderdaad wat je denkt. Want als je het broodje van een mastel hebt gemaakt, dan wordt het gestreken tussen aluminiumfolie. Hierdoor wordt het een platte koek, smelt de suiker en wordt de kaneelsmaak wat sterker. En dat maakt dit streekproduct net zo typisch en…heerlijk!

De Gentse gestreken mastel: recept

Ik ben geen chef kok,maar ik geef je het hier graag mee: het recept voor een Gentse gestreken mastel


Ben je trouwens op zoek naar écht historische recepten? Historica Annelies Van Wittenbergh dook de geschiedenis in en zocht ze voor je uit. Dat mondde uit in een receptenboek met geschiedkundige omkadering. Het kookboek Smaak! kan ik dus alleen maar aanraden! En je kan het hier verkrijgen.


Een smakelijke geschiedenis van de gewijde Gentse gestreken mastellen

Ik vond het wel leuk, die smakelijke kennismaking met de gestreken mastellen. En als ik in De wijk Patershol in het centrum van Gent op een terrasje vertoef, dan ga ik zeker nog eens zo’n Gentse mastel eten. Of het een gewijde gestreken mastel zal zijn is nog maar de vraag…

Ken je zelf ook de geschiedenis van een streekproduct en wil je dat delen op mijn blog? Neem dan zeker eens contact met me op!


Wil je Gent nog verder verkennen? Dan is dit natuurlijk de ideale handleiding: Time To Momo

Bron:
Wikipedia
Streekproduct

Geschiedenis van de eerste spruitjes

Spruitkool, ook wel spruitjes genoemd: love them or hate them. Nu de actie ‘Sprout to be Brussels’ loopt, vroeg ik me af wat de herkomst van spruiten is. En waarom men het zo vaak over Brusselse spruitjes heeft.

De herkomst van de eerste spruitjes: de oudheid

Er zijn heel veel soorten spruitjes. Doorheen de eeuwen zijn verschillende soorten spruiten gekweekt. Algemeen gaat men ervan uit dat de eerste gecultiveerde spruiten al duizenden jaren oud zijn.

De Romeinen zouden de spruitkool al gekweekt en gegeten hebben. De mogelijkheid bestaat dat men vóór de Romeinen al spruitjes at. Maar men is vrij zeker dat men dit al sinds de oudheid op grote schaal consumeert.

Brusselse Spruiten: middeleeuwse spruitjes eten in België

Wanneer ging men nu in België spruitjes eten? Men neemt aan dat spruitkool al in de 13de eeuw in West-Europa bekend was. En dus ook in het gebied dat nu België is.

Het is echter aannemelijk dat men via de Romeinen de spruiten in West-Europa al veel eerder leerde kennen. Historisch bewijs hiervan ontbreekt echter nog.

Vanaf de 13de eeuw zou men in de omgeving van Brussel spruitjes cultiveren. Ze zouden in de 18de eeuw uitgroeien tot de spruitjes die we nu nog altijd kennen. Omdat deze zo populair werden, spreekt men nog altijd van Brusselse Spruiten.

Sprout to be Brussels: trots op de Brusselse Spruiten

Men hoeft dus niet enkel trots te zijn op de hoofdstad van België, maar ook op de Brusselse Spruiten zelf.

n teksten vernoemt men de spruitjes pas in de tweede helft van de 16de eeuw voor een eerste keer. De spruitkool kende in deze eeuw immers een steeds groter meer groeiende populariteit. Hierdoor leerden ook de koelere, meer noordelijke gebieden van Europa de Brusselse spruitjes kennen.

Eind 17de eeuw landden er Franse kolonisten in Louisiana (V.S.). Zij introduceerden er vanaf het begin van de 18de eeuw de Brusselse spruiten op het Amerikaanse continent.

De herkomst van spruitkool: vanuit Brussel naar de wereld

Toegegeven, de eerste spruiten at men al in de oudheid. Maar de bekende spruitkool zoals we die nu kennen, de Brusselse Spruiten, cultiveerde men in de middeleeuwen in wat we nu de streek van Brussel – België noemen. België zal pas vanaf 1830 bestaan, en zijn dus veel jonger dan de Brusselse spruitjes! (je kan er meer over lezen in mijn artikel over het ontstaan van België).

Omwille van hun voedingswaarde kende de spruiten een alsmaar groeiende populariteit. Die zorgde ervoor dat de spruitjes over heel de wereld werden geëxporteerd. Hoewel er nu nog altijd veel mensen hun neus optrekken voor de groenten, zijn ze nog altijd wereldberoemd.

Heb je het meer voor de geschiedenis van bananen? Lees dan zeker dit artikel eens.

Als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van groenten en fruit in onze streken, dan kan ik je zeker het boek Groenten En Fruit Vroeger en Nu aanraden.


Verder lezen:
Wikipedia Brussels Sprouts
History Brussels Sprouts
First Brussels Sprouts