Category Archives: Geschiedenis blog

De beiaard van de Kunstberg (Brussel)

Onlangs ontdekte ik een verborgen plekje in Brussel: de beiaard van de Kunstberg. Je loopt er makkelijk aan voorbij. Want wanneer je van het centraal station richting de Kunstberg loopt, dan wandel je onder de klok door. Achterom kijken doe je niet snel, want voor je heb je de fameuze Mont Des Arts. Maar het is de moeite om je even om te draaien.

De klok van de Kunstberg (Mont des Arts)

Wanneer je naar de beiaard kijkt, dan valt meteen de gouden klok met de stervormige wijzerplaat op. Deze is nog niet zo oud, want men maakte haar in pas in 1958.

De maker van dit uurwerk op de Kunstberg was architect Jules Ghobert. Hij leefde van 1881 tot en met 1971, en wordt nog altijd gezien als één van de hoofdrolspelers in de monumentale architectuur van de Kunstberg. Tot zijn werk behoort bijvoorbeeld de Koninklijke Bibliotheek en het Congrespaleis.

De beiaard van de Kunstberg in Brussel

Op de klok van de Kunstberg kun je meer dan enkel maar het uur aflezen. Het is immers een beiaard, ook carillon genaamd. Onderaan zie je immers de 24 klokken hangen. Zij spelen op het uur telkens een beiaardlied.

Dé plekjes van Brussel leren kennen? Schaf je dan zeker deze 500 Hidden Secrets of Brussels aan!

Het beiaardlied dat je hoort is een Belgisch compromis .Men speelt afwisselend ‘Où peut-on être mieux’ (Grétry) en ‘Beiaardlied’ (Peter Benoît).

De Jacquemart van de Kunstberg

Na de beiaard blijft het enkele seconden stil vooraleer het uur weerklinkt. Dat uur wordt geslagen door de Jacquemart van de Kunstberg. Dit is de bronzen figuur die boven op de klok staat.

Dit bronzen beeld is 2m80 groot. De klok waarop hij slaat weegt bijna twee ton.

De figuren van de klok

Wat natuurlijk nog opvalt zijn de figuren die rond de wijzerplaat van de klok staan. Dit zijn beeldjes die personages uit de geschiedenis van België (en het grondgebied van de periode vóór België bestond) uitbeelden.

De figuren zijn: de Congolese tamtamspeler, de soldaat uit de Eerste Wereldoorlog, een werkman met zijn glas bier, een Galliër, een 18de eeuwse soldaat, en Jean-Joseph Charlier met zijn houten been. Die laatste was een bekende kanonnier en held tijdens de Belgische revolutie

Van plan om Brussel te bezoeken? Neem dan zeker je Time To Momo Brussel mee. Verkrijgbaar bij Bol.

Opvallend zijn ook nog Jacob van Artevelde, hoofdrolspeler tijdens de Guldensporenslag en de graaf van Egmont, die onthoofd werd op de Brusselse Grote Markt. Tenslotte zie je nog Peter Paul Rubens, de bekende schilder, Keizer Karel V en Filips de Goede.

Ga zeker eens kijken wanneer de beiaard slaat en hou het beeldje van het uur in het oog. Dat schuift immers uit zijn nis terwijl de Jacquemart op zijn klok slaat. Wel niet schrikken, want de klokken zijn luid!

Verhaal rond de Kunstberg

Ik vond dit geheim stukje Brussel in 2015. Toen was de restauratie van de gehele beiaard, klok en Jacquemart net afgerond.

Meer weten over de geschiedenis van Brussel? Dan moet je zeker eens het boek Brussel – Geschiedenis van een Brabantse stad lezen!

Ik hoorde toen ook het verhaal van het uurwerk van de Kunstberg. Een verhaal dat nog altijd de ronde doet. Ik vertelde je immers al dat je makkelijk voorbij de beiaard loopt omdat het op een nogal onzichtbare plek staat. Geruchten doen de ronde dat de beiaard eigenlijk aan de andere kant van het gebouw moest staan. Zo kon je het zien wanneer je in het centrum van Brussel rondliep. De originele plannen zijn echter nog niet gevonden…

Als uitsmijter (voor jong en oud) voor de fans van Brussel vond ik ook nog deze puzzel over de Brusselse ommegang bij Bol. Misschien iets voor jou als leuk hebbedingetje?

Bron:
Brusselnieuws
Standbeelden.be
Brusselnieuws
Flatersfotoblog

Mijn citytrip Praag II: de Sint-Vituskathedraal

Één van de meest bekende bezienswaardigheden tijdens mijn stedentrip naar Praag is de Sint Vituskathedraal op de Praagse burcht. Het gebouw is overweldigend, en daarom geef ik je enkele tips om het te bezoeken.

De Praagse burcht: dé bezienswaardigheid van Praag

Ok, toegegeven, de astronomische klok zal de meest bekende bezienswaardigheid van Praag zijn. Maar de Praagse burcht, en zeker het uitzicht erop, zal je ook wel herkennen.

Nochtans is het niet helemaal juist wanneer we het over de ‘Praagse Burcht’ hebben. Wat je ziet is immers de St Vitus kathedraal en de meer recente paleizen uit de 18de-19de eeuw errond. Héél dit  aaneengesloten gebouwencomplex noemt men de Praagse Burcht. Denk dus niet meteen aan een middeleeuwse burcht zoals we die uit de boekjes kennen, maar aan een geheel van gebouwen uit verschillende periodes.

De Sint Vituskathedraal: christelijke bezienswaardigheid in Praag

Een meer christelijke en architecturale bezienswaardigheid in Praag is de Sint Vituskathedraal. Ook de iets verderop gelegen Sint Nicolaaskerk is imposant. Maar de St Vitus kathedraal is zeker de moeite om te bekijken.

Je koopt je ticket in het kleine toeristisch bureau ( dat ook dienst doet als tearoom). Er kan een rij staan om de kathedraal binnen te gaan, maar deze gaat vlot vooruit.

Bekijk zeker eerst de buitenkant van de Sint Vituskathedraal. De waterspuwers zijn prachtig én gedetailleerd gemaakt (vind je het kreeftachtige dier?). Daarnaast hebben ook de poorten mooie details. En natuurlijk is er het indrukwekkende roosraam.

De Sint Vituskathedraal: binnenkant

In de Sint Vituskathedraal kun je meteen de gotische architectuur herkennen. De beeldhouwwerken in de zijgangen komen dan weer uit verschillende periodes, van de Renaissance tot moderne tijd.

Deze kathedraal is oud. Archeologen hebben minstens 4 verschillende bouwfasen gevonden. De oudste ervan dateert al uit de 10de eeuw, met een kerk in romaanse stijl.

Wat mij opviel waren de houtsneden rond het altaar. Één ervan is een uitzicht over Praag. Indrukwekkend gemaakt. Niet veel verder staat een praalgraf van de heilige St. Johannes Nepomuk. Dit 18de–eeuwse werk maakte men volledig uit zilver.

Tenslotte is er ook nog de St. Wenceslaskapel. Dit is een heilige die je vaker in Praag zult tegenkomen. Zijn broer vermoordde hem trouwens in de Sint Vituskathedraal. De beroemde deurring waaraan hij zich tevergeefs vastklampte terwijl men de deur langs buiten sloot, kun je nog altijd zien.

De Sint Vituskathedraal: een bezienswaardigheid in Praag die de moeite waard is

Misschien had je het al opgemerkt, maar ik vind de Sint Vituskathedraal zeker eens de moeite waard om te bezoeken. Stiekem vind ik de buitenkant mooier dan de binnenkant. Maar hoe dan ook, het is en blijft een bezienswaardigheid die je moet doen in Praag.

Bezoek zeker ook de kleinere kerken en musea in de Praagse Burcht, rond de Sint Vituskathedraal. Een combiticket kopen is mogelijk en voordelig.

Ga trouwens te voet naar de Praagse Burcht en de St Vitus kathedraal. Want zo kun je ineens de bekende Karelsbrug meepikken. Een plekje dat ik in een volgend artikel voor jou beschrijf!

Mijn citytrip Praag I: het astronomisch uurwerk van Praag

Pasen 2016 betekende voor mij een stedentrip naar Praag. Een stad in Tsjechië met véél bezienswaardigheden. Wat je vooral zal kennen is het astronomisch uurwerk van Praag. Iets wat ik zelf ook de moeite vond. Ik je hier kort uit wat die klok precies is.

Het astronomisch uurwerk van Praag: de eerste ontmoeting tijdens mijn stedentrip

Teleurstelling is te zwaar uitgedrukt voor mijn eerste ontmoeting met de astronomisch klok van Praag. Maar ik had het anders verwacht. Ik verwachtte immers dat de klok hoog op een indrukwekkende toren zou hangen. Maar niets is minder waar. De klok staat op de grond, je kunt er zowat recht voor staan. Maar vergis je niet, ze is wél verschillende meters hoog.

Natuurlijk is het uurwerk nog altijd indrukwekkend, waar het ook staat. Zeker aangezien de klok uit twee imposante delen bestaat. En het was leuk er eindelijk eens voor te staan. Want als het over Praag gaat, dan gaat het altijd wel over dat astronomisch uurwerk van Praag.

Het astronomisch uurwerk van Praag bestaat uit verschillende onderdelen. De betekenis ervan is net wat het ding zo interessant maakt, vind ik.

Astronomisch uurwerk van Praag: betekenis bovenste deel

Wat meteen opvalt is het bovenste deel. Gekleurd in blauw-oranje vlakken. Hier vind je twee cijferreeksen terug: Arabische en Romeinse cijfers. De Arabische telling loopt van 1 t.e.m. 24 en start vanaf zonsondergang. De Romeinse telling is dan weer het uurwerk zoals wij het nu nog gebruiken. Daarbij zie je ook nog eens de stand van maan en zon op de wijzers.

Er zit ook een Mesopotamisch tintje aan de klok van Praag. Het blauwe gedeelte duidt immers op het daglicht, het andere op de nacht.

Tenslotte zie je op het bovenste gedeelte in welk teken van de dierenriem we ons bevinden.

Astronomisch uurwerk van Praag: betekenis onderste deel

Het onderste gedeelte is geen klok maar eerder een schilderij.

Centraal zie je het wapenschild van de stad Praag. Daarrond draaien in cirkels de symbolen van de sterrenbeelden. De cirkels daarrond tonen dan weer uitbeeldingen van elke maand.

De buitenste cirkel bestaat uit veel witte rechthoekjes met tekst in. Hierin zie je de naamdagen van heel het jaar opgesomd. De naamdag wordt nog altijd wat gevierd in Praag.

De makers van de astronomische klok in Praag

In de 15de eeuw bouwde klokkenmaker Hanus, echte naam Jan Ruze, de eerste versie van de astronomische klok van Praag. De legende gaat dat na de bouw de raadsleden van de stad hem blind maakten. Zo kon hij nergens anders meer zo’n mooie klok bouwen.

Tussen 1552-1572 bracht Jan Táborsky het mechanisme van de klok op punt. Tot op vandaag is het nog altijd die mechaniek die de astronomische klok laat tikken.

De maker van de onderste schildering (1866) is dan weer Josef Mánes. In de 19de eeuw kende Praag immers een grote bloei. Het keizerrijk Oostenrijk liet het gezag wat verslappen, wat de ontdekking van een eigen nationale identiteit voor de Tsjechen betekende. Zo kwamen hun kunst en cultuur tot bloei. Een evolutie waar we nu nog altijd van kunnen genieten.

De show van de astronomische klok van Praag

Hoewel er altijd wel een groepje toeristen voor de astronomische klok staat, is het de moeite waard om klokslag op het uur ervoor te staan. Want dan begint de show. Let wel op, want op dat moment staan er véél toeristen en je zult even moeten zoeken om een goed plekje te vinden.

De show van het astronomisch uurwerk draait rond de houten figuren die in en rond de klok zijn geplaatst. Links van de klok zie je de uitbeelding van de ijdelheid (een figuur met spiegeltje) en hebzucht (een cliché uitbeelding van een Jood met een zak geld). Rechts zie je het geraamte van de dood dat een touwtje vast houdt en het symbool van wellust en bedreiging, wat in die tijd voor Praag de Turken waren. Boven de klok staat een gouden haan. Binnen in de klok zitten de twaalf apostelen verstopt.

Klokslag op het uur beginnen de figuren langs de klok te bewegen. Het geraamte trekt aan zijn touwtje en een klokje begint te luiden.

Dit is het sein voor de luikjes aan weerszijden van de haan om open te gaan. Gedurende enkele seconden zie je dan de beeldjes van de apostelen passeren. Wanneer de luikjes dichtgaan zie en hoor je de haan (zachtjes) kraaien. Pas dan slaat de klok het uur.

Het astronomisch uurwerk van Praag: de moeite waard

Als historicus en grote fan van weetjes of culturele wist-je-datjes, kon ik de astronomische klok van Praag zeker smaken. Ok, de show van de klok is misschien wel overroepen maar het is een mooi stukje folklore en zeker vroeger zal het indrukwekkend zijn geweest. De klok zelf vind ik in elk geval mooi en het was leuk deze beroemde attractie eens in levende lijve te zien.

Hoewel je de klok niet kunt missen wanneer je tijdens je stedentrip in Praag bent, raad ik je zeker aan er eens te passeren én de show te zien. Je vindt het uurwerk terug in het oude stadsgedeelte, onderaan de toren, rechts van het stadhuis. Ik plaats hier bewust geen filmpje van de klok en de show. Laat je maar verrassen!

Wil je trouwens meer weten over mijn bezoek aan Praag? Lees dan zeker ook eens mijn ander verslag hierover.

11 juli 1302: Guldensporenslag – opstand in Vlaanderen

Een artikel over de bekende Vlaamse datum 11 juli 1302, meer bepaald de Guldensporenslag, de bekende opstand in Vlaanderen, kon niet lang uitblijven. De Brugse Metten vormden immers een aanleiding tot dit nieuwe conflict.

Opstand in Vlaanderen

In mijn vorig artikel kon je al lezen over de graaf van Vlaanderen die het zwaar te verduren kreeg. De Franse koning had immers zijn zinnen op gebiedsuitbreiding gezet en legde meer en meer druk op de graaf, tot die uit beeld was. De Franse koning had immers samengewerkt met de rijkere patriciërs. De ambachtslieden en de entourage van de graaf zochten daarom elkaars gezelschap op.

Gwijde van Dampierre: graaf van Vlaanderen

Omdat ook de ambachtslieden teveel onder druk van de patriciërs kwamen te staan, kon een opstand niet uitblijven. Dit gebeurde al in Gent, op de Vrijdagsmarkt en het Gravensteen. En niet veel later in Brugge. Met de Brugse Metten, waarbij men Fransgezinden in de val lokte en doodde, begon een bloederig hoofdstuk in deze revolte.


Wil je meer weten over de graven van Vlaanderen? Dan kan ik je het boek van Edward De Maesschalk aanraden.


De Fransen plannen wraak na de Brugse Metten

De Fransen wilden als wraak Vlaams bloed zien vloeien. Let wel, het gaat hier om het graafschap Vlaanderen en niet Vlaanderen in zijn huidige vorm.

Guldenporenslag

Gwijde van Namen, zoon van de graaf van Vlaanderen, vormde het verzet in westelijke Vlaanderen. Dit deed hij samen met Willem van Gulik en een klein ridderleger. In de steden zelf waren het de ambachtslieden die de positie van de verdreven Fransgezinde patriciërs invulden.

Ondertussen brachten Frankrijk haar ridderleger op orde.

11 juli 1302

11 juli 1302 is nu nog altijd een belangrijke datum voor het huidige Vlaanderen. Op die dag leverden troepen uit het graafschap Vlaanderen slag met het Franse ridderleger. Dit gebeurde bij Kortrijk.

11 juli 1302

Het Franse ridderleger bestond uit ridders die ervaren waren in veldslagen. Tegenover zich zagen zij weinig evenwaardige ridders. Uit het graafschap Vlaanderen hadden zich niet meer dan een vijfhonderd ridders verzameld. Zij werden wel ondersteund door voetvolk van rond de negenduizend man. De Fransen hadden echter meer dan tweeduizend ridders mee, met daarbij nog eens bijna vijfduizend man aan voetvolk, waaronder boogschutters.

De Guldensporenslag

Hoe kon het nu dat het leger uit het graafschap van Vlaanderen, met maar een paar ridders en vooral simpele ambachtslieden, deze veldslag won? Simpel: door wat hulp van de natuur.

De omgeving bij Kortrijk was immers zeer drassig. Dit zorgde ervoor dat de paarden met hun zwaar bewapende ridders op de rug maar moeizaam vooruit kwamen. Een ridder woog wel wat en ook een paard droeg vaak zware stukken harnas ter bescherming.

Daarbij kwam ook nog het feit dat er een beek lag die de twee legers van elkaar afscheidde. Daar kon een normaal paard met berijder wel over springen. Maar het drassige landschap besloot er anders over. Paarden geraakten niet in galop om de sprong te wagen. Anderen sprongen wel maar kwamen slecht neer. Paarden struikelden, vielen, en ook de ridders op hun rug kwamen op de grond te liggen. Zo waren de Fransen een vogel voor de kat en kon het voetvolk zijn slag slaan. Een ridder te paard is immers veel sterker dan een ridder die net op de grond is gevallen en op de zompige grond niet snel recht geraakt.

Zo won het graafschap Vlaanderen de Guldensporenslag tegen de Fransen. Maar vanwaar komt die naam nu? Het verhaal gaat dat na de veldslag er overal vergulde sporen lagen van de verslagen ridders te paard. De oorlogstrofee van het graafschap!

De Guldensporenslag: keerpunt in oorlogsvoering

Dat deze overwinning nog lang zou nazinderen in Vlaams gedachtegoed weten we allemaal. Maar wist je dat het ook een keerpunt was in de manier van oorlog voeren?

Voor het eerst in de geschiedenis bleek dat voetvolk het kon winnen van ruiters. In de tientallen jaren daarna zou het belang van de ridder te paard kleiner en kleiner worden. Ook tegenover boogschutters zouden ze zwak blijken te zijn.

11 juli 1302: hoogtepunt van een sociale en politieke revolutie

De Guldensporenslag op 11 juli 1302 bleek niets minder dan het hoogtepunt van een sociale en politieke revolutie te zijn. Het graafschap Vlaanderen kon nu blijven bestaan als zelfstandig graafschap. Het belang van deze slag moet dan ook vooral in dit licht worden gezien.

Het graafschap had zich bevrijd van meer dan vijftig jaar Frans bewind. De ambachtslieden hadden zich bevrijd van het juk van de patriciërs. Ook zij konden nu deelnemen aan de politiek in de steden.


Wil je je verder verdiepen in de geschiedenis van Vlaanderen? Dan kan ik je het boek Vlaanderen in de middeleeuwen bij Bol aanraden.


Bron: Boek: ‘Geschiedenis van de Nederlanden’, HBUitgevers, 2004, J.H.C. Blom – E. Lamberts – Redactie

De Brugse Metten in 1302: schild en vriend

Iedereen heeft wel eens van de Brugse Metten in 1302 en de leuze schild en vriend gehoord. En Jan Breydel en Pieter De Coninck zijn ook geen onbekende uit de Vlaamse en Belgische geschiedenis. Wil je je geheugen toch nog even opfrissen? Dan leg ik het graag nog eens voor je uit.

Gwijde van Dampierre versus Filips de Schone

Het verhaal van de Brugse Metten begint nog vóór het bekende jaar 1302. Er heerste immers een politieke instabiliteit. Zo had je het gebied ten westen van de Schelde (Artesië en Vlaanderen). Hier speelde de koning van Frankrijk de baas. Ten oosten van de Schelde had je dan de Nederlanden waar de Duitse keizer aanspraak op maakte.

Graaf van Vlaanderen 13de-14de eeuw: Gwijde van Dampierre

Op het einde van de 13de eeuw liepen de politieke spanningen hoog op. In de jaren 1290 ontstonden er daarom coalities. Zo spanden Frankrijk en het graafschap Holland samen om de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre, tegen te werken en de macht over de Scheldemonding te krijgen. Dit was toen een belangrijke handelsroute. De Engelse koning Edward I zal zich echter bemoeien en deze coalitie tegenwerken.


Wil je meer weten over de graven van Vlaanderen? Dan raad ik je aan het boek Graven van Vlaanderen aan.


Voor Gwijde van Dampierre waren het dus geen makkelijke tijden. Hij zag zijn macht verbrokkelen en opgeslorpt worden door zijn rivalen. Ook de koning van Frankrijk, Filips de Schone, deed zijn zegje en probeerde zo veel mogelijk de baas te spelen over Gwijde Van Dampierre.

Gwijde van Dampierre zoekt steun

Omdat Filips de Schone zijn macht meer en meer over Gwijde van Dampierre liet gelden, besloot deze laatste stappen te ondernemen.

De Franse koning kreeg ondertussen de patriciërs aan zijn kant. Dit waren Vlaamse burgers met een méér dan gemiddeld vermogen. Gwijde van Dampierre zag daarom maar één oplossing: steun zoeken bij de ambachtslieden in het graafschap Vlaanderen. Deze protesteerden immers tegen het bewind van de patriciërs. Onder het motto ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’, ontstonden er zo twee coalities in het graafschap Vlaanderen.

Naast de ambachtslieden zocht Gwijde van Dampierre ook toenadering tot de Engelse koning. Deze beloofde hem militaire steun.

Nu hij de ambachtslieden en de Engelsen aan zijn kant had, deed de graaf van Vlaanderen een gedurfde zet. Hij verbrak het leenverdrag met zijn leenheer: de Franse koning Filips de Schone.

Filips de Schone versus Gwijde van Dampierre: einde van het graafschap Vlaanderen

De Franse koning reageerde furieus op het verbreken van het leenverdrag. Hij stuurde zijn ridderleger erop uit en veroverde al snel grote steden zoals Kortrijk en Brugge. Dit met de steun van Fransgezinde patriciërs. Zo mislukten de plannen van Gwijde van Dampierre.

Uiteindelijk hield het graafschap Vlaanderen in 1300 op met te bestaan. De Franse koning had immers al de Vlaamse steden in zijn handen gekregen. In plaats van een graaf kwam er een Franse gouverneur. Gwijde van Dampierre bleef achter met het kleine graafschap Namen.

Een revolutie broeit: ambachtslieden versus patriciërs

De kiemen van een nieuw conflict waren nu gelegd. Want de ambachtslieden protesteerden nog altijd tegen het bewind van de patriciërs. Die waren nog sterker geworden nadat de Franse koning nu zijn volledige wil in Vlaanderen kon opleggen.

De bevolking in de steden groeide ondertussen verder aan. Dit zorgde voor meer handel en industrialisatie. En dus meer ambachtslieden. Die gingen echter nog altijd gebukt onder de macht van de patriciërs, wat meer en meer wrevel opwekte.

Een eerste conflict deed zich voor toen Filips de Schone een oude belasting (het ongeld) weer in leven riep. De ambachtslieden legden hierop het werk neer. Maar de patriciërs zetten hen manu militari weer aan het werk, waardoor de onvrede bleef bestaan.

De reactie van de ambachtslieden was een protest op straat. Op de Vrijdagsmarkt in Gent stroomden ze samen, gewapend met hun goedendag. Ze dreven honderden patriciërs in het nauw. Enkelen daarvan verdronken met hun paard in de nabijgelegen Leie. Anderen verschansten zich dan weer in het Gravensteen. De ambachtslieden belegerden echter de burcht en de patriciërs moesten uiteindelijk trouw zweren aan het volk.

Goedendag

De Franse gouverneur, die Gwijde van Dampierre verving, merkte dat er naast Gent ook onrust ontstond in Brugge. De gouverneur had echter maar weinig Franse ridders in de buurt om de veiligheid te garanderen. Daarom maakte hij de tactische keuze om aan alle eisen in Gent toe te geven en zijn ridders uit die stad terug te trekken. Zo kon hij op volle sterkte Brugge in bedwang houden.

De Brugse Metten: Klauwaerts versus Leliaerts

In Brugge had ondertussen een kleinzoon van Gwijde van Dampierre zich laten uitroepen tot regent. Dit was Willem van Gulik. Zijn volgers noemden zich de Klauwaerts, naar de klauwen van de leeuw die in het wapen van het graafschap Vlaanderen stond. Dat hij zich liet uitroepen tot regent was belangrijk. Zo oversteeg hij het lokale niveau en kreeg zijn leiderschap een bredere impact en steun. Zijn tegenstanders noemt men de Leliaerts, naar de lelies in het Franse wapenschild.

De Brugse Metten: schild en vriend

De Brugse Metten vonden plaats in de ochtend van 18 mei 1302. De dag ervoor waren de Franse ridders in Brugge samengekomen. De Klauwaerts vreesden repressie en ook zij troepten samen. Tijdens de ochtendlijke kerkelijke metten overvielen ze meer dan honderd Fransen. Ook Franssprekende patriciërs vormden een doelwit. Men overviel hen in hun slaap en sneed hen genadeloos de keel over.


Wil je meer weten over de middeleeuwse geschiedenis van de stad Brugge? Dan raad ik je aan om het boek Brugge, een middeleeuwse metropool bij Bol aan te schaffen.


Hoe men wist of men met een Franstalige persoon te maken had? Men gebruikte de strijdkreet ‘schild en vriend’. Die klinkt immers anders wanneer een Nederlandstalige of Franstalige persoon het uitspreekt. Zei men eerder ‘scilt’, dan zat men in de problemen.

Jan Breydel en Pieter de Coninck

Wat hebben bekende figuren als Jan Breydel of Pieter de Coninck hier nu mee te maken? Omdat de Brugse Metten (en later de Guldensporenslag) zo succesvol waren, kon het niet lang duren of men schreef erover. Dat deed bijvoorbeeld Lodewijk van Velthem ook,in een kroniek.

Jan Bryedel en Pieter de Coninck

In die kroniek wordt de persoon Pieter de Coninck beschreven. Hij deed samen met leider Willem van Gulik een intrede in Brugge na de overwinning op de Fransen.

Pieter de Coninck zelf was een wever, dus een van de ambachtslieden.

Buiten de kroniek schreef Hendrik Conscience, zowat vijf eeuwen later, het boek De Leeuw Van Vlaanderen. Hierin wordt naast Pieter de Coninck nog een andere figuur naar voren geschoven: Jan Breydel. Hij zou een slager zijn geweest, dus ook één van de ambachtslieden die meedeed aan het verzet tegen de Fransen.

Over de precieze rol van zowel Pieter de Coninck als Jan Breydel is echter maar zéér weinig geweten. Het is zelfs niet zeker of ze ook echt meededen aan de Brugse Metten.

Besluit: de Brugse Metten

Van Gwijde van Dampierre en Filips de Schone tot Jan Breydel en Pieter de Coninck. De aanloop naar de Brugse Metten was lang en de verzetsdaad kende verschillende oorzaken. De Brugse Metten waren met hun schild en vriend dan ook de uitbarsting van enkele dieper liggende frustraties die al langer bestonden dan 1302.

De Brugse Metten waren echter nog niet het einde van dit verhaal. De Franse koning wou immers wraak voor deze verzetsdaad. Een Frans ridderleger werd er op uitgestuurd en zocht het conflict op met de Vlaamse ambachtslieden. Dat conflict zou er ook komen, op 11 juli 1302: de Guldensporenslag.


Wil je je verdiepen in de middeleeuwse geschiedenis van Vlaanderen? Dan raad ik je aan om het boek Vlaanderen in de middeleeuwen eens te bekijken.


Meer weten:
Wikipedia Brugse Metten
Wikipedia Gwijde van Dampierre
Wikipedia Pieter de Coninck
Wikipedia Jan Breydel
Wikipedia Schild en Vriend

Boek: ‘Geschiedenis van de Nederlanden’, HBUitgevers, 2004, J.H.C. Blom – E. Lamberts – Redactie