Category Archives: Geschiedenis Groot-Lanaken

1936: Stakers in rubberfabriek & Albertkanaal Lanaken

Een grote titel springt in het oog, vet gedrukt op de voorpagina van de krant ‘Limburger Koerier’. De datum? Vrijdag 19 juni 1936. In België heerste er toen blijkbaar een ware stakingskoorts. Zo legden in België wel 400.000 arbeiders het werk. Deze stakingsgolf begon op 2 juni en eindigde pas op 21 juni 1936.

Het was een hete zomer toen. Want zowel de stakers als de ordediensten reageerden hard op elkaar. De Limburger Koerier heeft het dan ook over de de overheid die met geweld de orde zou handhaven.

Het waren de Antwerpse dokwerkers die het werk begin juni hadden neergelegd. De mijnwerkers in Luik en de Borinage zouden al snel volgen. Maar ook in Limburg voelden we de staking.

Hardhandige staking in de rubberfabriek van Lanaken

Ook in Lanaken woedde toen de stakingskoorts. Meer bepaald in de rubberfabriek van Lanaken.

Daar liepen de spanningen hoog op. Het krantenartikel vermeldt zelfs vernielingen die de stakers zouden hebben aangebracht. Het ging hier dan waarschijnlijk over vernielingen aan de machines in de fabriek zelf.

Ook in Lanaken kon je dus het agressieve en woelige karakter van de stakingen zien.  De vernielingen in de rubberfabriek die de krant vermedlt vonden plaats op woensdag 17 juni 1936.

Ook stakers aan het Albertkanaal in Lanaken

De rubberfabriek in Lanaken was echter niet het enige slachtoffer van de stakingen die in 1936 plaatsvonden.  Ook aan het Albertkanaal legden de arbeiders het werk neer.

De aanleg van dat Albertkanaal was ondertussen al enkele jaren bezig. Men was in 1930 begonnen, ter ere van 100 jaar ontstaan van België. De werken zouden pas eindigen in 1936.

Zelf informatie over stakingen in Lanaken of aanleg Albertkanaal?

Heeft u zelf nog informatie over deze (of andere) historische stakingen in Lanaken? Over de rubberfabriek in Lanaken? Of over de aanleg van het Albertkanaal in Lanaken? Dan mag u me altijd uw verhaal als bijdrage doorsturen via mijn contactformulier:

[contact-form-7 id=”52″ title=”Contact form 1″]

Een muur rond Hocht

[two-thirds-first]In een vorig artikel vertelde ik je al meer over de Freules van de abdij van Hocht. In het krantenartikel dat als bron diende, kwam ik ook wat meer te weten over de bescherming van de maagdelijke Freules. Iets wat niet altijd even makkelijk bleek. Zeker als het aan baron Floris de Merode had gelegen.[/two-thirds-first]
[one-third][/one-third]

Dames met verzuchtingen en kwellingen

Nicolaas Boucherat, abt-generaal van de Cisterciënzers, bezocht in 1612 de abdij van Hocht. Hij was echter wat ontstemd. In een brief schreef hij enkele aanbevelingen voor de abdij:

De abt-generaal raadde aan een hoge muur rond het klooster te bouwen. Volgens hem hadden de aanwezige dames allerlei “verzuchtingen en kwellingen”. Enkel een muur kon hen op “het goede spoor houden”.

Daarenboven vond de abt-generaal het wenselijk om de deur, die naar de kamers van de biechtvader en kapelaan leidde, te verplaatsen. Blijkbaar vertrouwde hij zowel de vrouwen als mannen niet helemaal.

Er bevonden zich volgens de abt-generaal nog andere verleidingen in het klooster. Want ook de bakkerij kon volgens zijn mening best verplaatst worden. De jonge banketbakkers die er werkten vormden een te grote uitdaging voor de dames.

Beschermen van de maagdelijke freules

De hoge muur kwam er pas toen Mgr. Pierre Louis Caraffa, bisschop van Tricarico én pauselijk nuntius, zich over de zaak uitsprak. Hij liet daadwerkelijk een muur optrekken. Die moest “de maagdelijkheid van de nonnen beschermen”. Men vergat bij de bouw echter, bewust of per ongeluk, de nodige fundamenten. Amper één jaar later stortte de muur al op verschillende plaatsen in.

Baron Floris de Merode is verliefd

Omdat de muur niet meer voldeed, beval de Luikse prins-bisschop in 1625 de bouw van een nieuwe muur. Er deed echter een gerucht de ronde dat de bouw van de muur moeilijk maakte. Baron Floris de Merode zou verliefd zijn geweest op abdis Anna de Robles.

Of baron de Merode écht verliefd was en zijn zegje had in de bouw van de muur weet ik niet. Misschien jij wel? Stuur me dan zeker een berichtje via mijn contactpagina. Ook andere verhalen over de abdij van Hocht zijn welkom!

De Freules van de Abdij van Hocht

Als historicus-blogger ontving ik van een lezeres van deze blog een oud krantenartikel. Het draagt de titel “De Freules van de Abdij van Hocht en vertelt een stukje geschiedenis van Hocht. Mijn nieuwsgierigheid was meteen geprikkeld.

Het krantenartikel zelf: artikelreeks ‘Oude Kronieken’

Uit welke periode het krantenartikel stamt, en uit welke krant het komt, is  niet meteen duidelijk. De kop met datum werd weggeknipt. Maar het gaat hier om een artikel in de reeks ‘Oude Kronieken’ van Piet Severijns en William Goole. Wat opzoekingswerk leerde me dat zij deze reeks schreven in de jaren70 – ’80, voor Het Belang van Limburg. Andere werken van hun hand zijn hun artikels over Limburgse familienamen, gemeentes en wapenschilden.

In dit artikel ‘Oude Kronieken’ laten ze hun licht schijnen op een stukje geschiedenis van Hocht. Die info geef ik je hier graag mee.

Een Oude Kroniek: de Abdij van Hocht

De schrijvers pikken in op het moment dat de abdij overging van een abdij voor mannen, gesticht in 1180, naar een vrouwenklooster in 1217. Niet veel later groeide het uit tot een adellijke stift. Dit is een stichting toegankelijk voor adellijke dames. Door de schrijvers van het artikel ‘freules’ genaamd.

Iedereen toegelaten in de adellijke stift van Hocht?

Niet elke adellijke vrouw kon echter toetreden tot de stift. Zo moest men kwartieren (adellijke voorouders) kunnen voorleggen. Dit kon moeilijk worden, want men kon in sommige gevallen wel 16 tot 32 kwartieren eisen. Dit betekende dat men minstens zoveel adellijke voorouders moest hebben! In Hocht moest men 8 kwartieren voorleggen.

Dat men in Hocht ‘maar’ 8 kwartieren eiste, houdt in dat dit klooster gericht was om de eerder jonge of lagere adel. Men had immers ‘maar’ 8 adellijke voorouders nodig.

Geen uitzonderingen? Toch wel!

Natuurlijk kneep men soms wel eens een oogje dicht. Het artikel in Het Belang van Limburg haalt het geval aan van een meisje dat in 1788 leefde. De moeder van het meisje was een onwettig kind. Toch werd het meisje in de kloosterorde opgenomen, hoewel ze de vereiste kwartieren niet kon voorleggen.

Het abdijbrood

Om aanvaard te worden in de stift van Hocht, moest men zich inkopen of van een ‘abdijbrood’ gebruik maken.

Het abdijbrood bestaat nu nog als eetbaar brood. Maar vroeger was het een gunst van een vorst, slechts verleend bij de troonsbestijging van een prins-bisschop. In het geval van Hocht bezat ook het geslacht Pietersheim-de Merode dit voorrecht. Naar het schijnt was één van de familieleden verliefd op de abdis.

Wie leefde er in de abdij van Hocht?

In de abdij van Hocht leefden nonnen, ook wel werkzusters genaamd. Zij legden de drie geloften van gehoorzaamheid, armoede en kuisheid af.

Verder waren er de adellijke dames. Men noemde hen ook wel koornonnen. Zij legden enkel de gelofte van gehoorzaamheid af. Gezien ze van adel waren, lag de gelofte van armoede hen moeilijk. Ook de gelofte van kuisheid volgende ze enkel tijdens hun verblijf in het klooster. De adellijke dames mochten immers de abdij altijd verlaten.

Brave vrouwen in de abdij van Hocht?

Dat de maagdelijkheid van de vrouwen in Hocht niet altijd even makkelijk te beschermen was, vertel ik je volgende keer in een nieuw artikel! Als je makkelijk op de hoogte wilt blijven, dan kun je je altijd inschrijven op mijn nieuwsbrief (rechtkolom).

Weet je zelf meer over de Abdij van Hocht? Laat het dan weten in een reactie hieronder, of stuur me een mail zodat ik nieuwe inspiratie heb voor een toekomstig artikel!

Als je trouwens abdijen wilt bezoeken, dan raad ik je volgende lectuur aan om in huis te halen:

[bol_product_links block_id=”bol_572e043bb72ce_selected-products” products=”1001004007515120″ name=”FreulesHocht” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]

Gezocht: getuigen Lanaken WO1

Als historicus, geboren en getogen in Lanaken, gaf ik al een lezing over Groot-Lanaken tijdens de Eerste Wereldoorlog. De eerste lezing was in het kader van de Nacht van De Geschiedenis in Lanaken, de andere ging over Edgard de Caritat.

Ondertussen ben ik Groot-Lanaken tijdensWO1 blijven onderzoeken. Een belangrijk verhaal is dat van de beschieting en brand van Lanaken in 1914. De wraak van de Duitsers. In het kader van dit onderzoek zoek ik nog nakomelingen van Lanakenaren die deze Duitse wraak hebben meegemaakt. Hopelijk komen er zo nog historische verhalen en relicten naar boven.

Wat gebeurde er op 4 oktober 1914 in Lanaken?

Wat er gebeurde in een notendop: in Lanaken vertoefden tijdens de eerste maanden oorlog enkele brigades met Belgische soldaten. Ook burgemeester Edgard de Caritat had zich hierbij aangesloten. De Duitse commandant Sterzell, met zijn leger verblijvend in Tongeren, dacht dat het ging om burgers die op de Duitse soldaten schoten. Daarom besloten ze wraak te nemen.

Vanuit Tongeren kwam een strafcolonne die eerst enkele huizen in Briegden in brand stak, om erna hetzelfde te doen in Lanaken (Pietersheim). Ook de kerk van Lanaken werd beschoten.

Nakomelingen van Lanakenaren die de Duitse wraak in WO1 meemaakten

In mijn onderzoek vond ik namen van Lanakenaren die slachtoffers waren en/of de Duitse wraak van dichtbij meemaakten. Met dit artikel hoop ik om nakomelingen van deze personen op het spoor te komen. Wie weet komen er zo nog verhalen of spullen naar boven. Elk detail telt!

Bent u een nakomeling van één van volgende personen, of kent u iemand die dit is, of weet u meer over Groot-Lanaken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Stuur dan zeker een mailtje via mijn contactformulier.

Namen van Lanakenaren tijdens WO1:

  • Cecilie Croes (°14/5/1881)
  • Theophiel Haenen
  • Gheelen Helena (°22/12/1866)
  • Kusters Joseph
  • Kusters Piete
  • Kusters Lambert
  • Gerets Jan (°5/8/1864)
  • Wijnants Jan (°24/1/1866)
  • Devue Henri (°5/5/1860)
  • Bevens Sophie (°30/3/1875)
  • Withofs Anna (°6/10/1902)
  • Cops Henri (°1/2/1875)
  • Winten Jan (°1865)
  • Oyen Jacques (°1863)
  • Albrechts Gerard
  • Vankan Arnold (°28/5/1876)
  • Humblet Joseph (°1875)
  • Humblet Josephine
  • Hoeven Jozef
  • Helchtermans Jozef (°1869)
  • Winten Mathijs
  • Hermans Hendrik
  • Borghoms Pierre/Pieter (°10/8/1889)
  • Meertens Jan (°20/12/1883)
  • Huls Balthazar (°4/9/1866)
  • Schellingen Jan (°10/6/1859)

[contact-form-7 id=”52″ title=”Contact form 1″]

Gellik in de 18de eeuw: de Ferrariskaart

Ook het 18de eeuwse Gellik vinden we terug op de Ferrariskaart. Via deze kaart besprak ik al eerder Rekem, Lanaken en Pietersheim. Nu is het de beurt aan “Gellick”.

Ben je op zoek naar meer algemene info over deze historische atlas? Lees dan zeker eens mijn artikel over de Ferraris kaart.

Rechtzetting

Ik had oorspronkelijk de Ferrariskaart van Gellik beschreven. Maar na feedback van verschillende personen in de commentaar onderaan dit artikel én op Facebook, werd het duidelijk dat een rechtzetting nodig was. De Ferrariskaart van Gellik blijkt fouten te bevatten. De ‘Kattenberg’ (door velen ook gelezen als Rattenberg) is namelijk het Kompveld. Hoewel de benaming ook op latere kaarten terugkomt, is dit waarschijnlijk te wijten aan het feit dat dit kopieën zijn van de (foute) Ferrariskaart. Ook van het gehucht Briegden is er geen spoor te vinden.

Wat we wel nog kunnen zien op deze kaart van Gellik is de beek en de poelen waar ze ontstaat. Dit had ook weerslag op het gebruik van de omgeving. Namelijk weilanden waar de grond natter is en akkers waar het droog is. Hetzelfde fenomeen als we ook elders in Groot-Lanaken zagen.

Over dezelfde fenomenen gesproken: ook hier zien we weer het typisch gebruik van boomgaarden in de tuinen.

Door de input van anderen heb ik dus zelf meer geleerd over de Ferrariskaart waar Gellik op staat afgebeeld. Over Veldwezelt en de Ferrariskaart kun je meer lezen in: ‘Kompveld: topografie en bewoningsgeschiedenis’ in Wiosello jg.XXI,3 (nr.83, juli 2006) p.188-214 van Ignace Geurts.

Heb je zelf meer informatie of verhalen uit Gellik? Dan mag je ze zeker delen via mijn contactformulier!

Wil je zelf een Ferraris atlas in huis halen? Dan kan je hier via Bol: