Als historicus-blogger ontving ik van een lezeres van deze blog een oud krantenartikel. Het draagt de titel “De Freules van de Abdij van Hocht en vertelt een stukje geschiedenis van Hocht. Mijn nieuwsgierigheid was meteen geprikkeld.
Het krantenartikel zelf: artikelreeks ‘Oude Kronieken’
Uit welke periode het krantenartikel stamt, en uit welke krant het komt, is niet meteen duidelijk. De kop met datum werd weggeknipt. Maar het gaat hier om een artikel in de reeks ‘Oude Kronieken’ van Piet Severijns en William Goole. Wat opzoekingswerk leerde me dat zij deze reeks schreven in de jaren ’70 – ’80, voor Het Belang van Limburg. Andere werken van hun hand zijn hun artikels over Limburgse familienamen, gemeentes en wapenschilden.
In dit artikel ‘Oude Kronieken’ laten ze hun licht schijnen op een stukje geschiedenis van Hocht. Die info geef ik je hier graag mee.
Een Oude Kroniek: de Abdij van Hocht
De schrijvers pikken in op het moment dat de abdij overging van een abdij voor mannen, gesticht in 1180, naar een vrouwenklooster in 1217. Niet veel later groeide het uit tot een adellijke stift. Dit is een stichting toegankelijk voor adellijke dames. Door de schrijvers van het artikel ‘freules’ genaamd.
Iedereen toegelaten in de adellijke stift van Hocht?
Niet elke adellijke vrouw kon echter toetreden tot de stift. Zo moest men kwartieren (adellijke voorouders) kunnen voorleggen. Dit kon moeilijk worden, want men kon in sommige gevallen wel 16 tot 32 kwartieren eisen. Dit betekende dat men minstens zoveel adellijke voorouders moest hebben! In Hocht moest men 8 kwartieren voorleggen.
Dat men in Hocht ‘maar’ 8 kwartieren eiste, houdt in dat dit klooster gericht was om de eerder jonge of lagere adel. Men had immers ‘maar’ 8 adellijke voorouders nodig.
Geen uitzonderingen? Toch wel!
Natuurlijk kneep men soms wel eens een oogje dicht. Het artikel in Het Belang van Limburg haalt het geval aan van een meisje dat in 1788 leefde. De moeder van het meisje was een onwettig kind. Toch werd het meisje in de kloosterorde opgenomen, hoewel ze de vereiste kwartieren niet kon voorleggen.
Het abdijbrood
Om aanvaard te worden in de stift van Hocht, moest men zich inkopen of van een ‘abdijbrood’ gebruik maken.
Het abdijbrood bestaat nu nog als eetbaar brood. Maar vroeger was het een gunst van een vorst, slechts verleend bij de troonsbestijging van een prins-bisschop. In het geval van Hocht bezat ook het geslacht Pietersheim-de Merode dit voorrecht. Naar het schijnt was één van de familieleden verliefd op de abdis.
Wie leefde er in de abdij van Hocht?
In de abdij van Hocht leefden nonnen, ook wel werkzusters genaamd. Zij legden de drie geloften van gehoorzaamheid, armoede en kuisheid af.
Verder waren er de adellijke dames. Men noemde hen ook wel koornonnen. Zij legden enkel de gelofte van gehoorzaamheid af. Gezien ze van adel waren, lag de gelofte van armoede hen moeilijk. Ook de gelofte van kuisheid volgende ze enkel tijdens hun verblijf in het klooster. De adellijke dames mochten immers de abdij altijd verlaten.
Brave vrouwen in de abdij van Hocht?
Dat de maagdelijkheid van de vrouwen in Hocht niet altijd even makkelijk te beschermen was, vertel ik je volgende keer in een nieuw artikel! Als je makkelijk op de hoogte wilt blijven, dan kun je je altijd inschrijven op mijn nieuwsbrief (rechtkolom).
Weet je zelf meer over de Abdij van Hocht? Laat het dan weten in een reactie hieronder, of stuur me een mail zodat ik nieuwe inspiratie heb voor een toekomstig artikel!
Als je trouwens abdijen wilt bezoeken, dan raad ik je volgende lectuur aan om in huis te halen:
[bol_product_links block_id=”bol_572e043bb72ce_selected-products” products=”1001004007515120″ name=”FreulesHocht” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]