Column Lanaken

Column HBVL – Deel 6

Open Monumentendag in Lanaken en Rekem

Laatst had ik het over de bekende Edgard de Caritat die tijdens de Eerste Wereldoorlog de wapens opnam. Natuurlijk was hij niet de enige in Groot-Lanaken die ging vechten.

Zoals in elke oorlog lieten veel van deze mannen het leven. Men let er misschien niet meer op, maar in zowat elke gemeente van Groot-Lanaken staat er een oorlogsmonument waarop de namen van deze gesneuvelden staan gebeiteld. Samen met de andere leden van de werkgroep ‘Helden Groot-Lanaken’ probeer ik het verhaal van elke naam te achterhalen.

Ik moet toegeven dat dat een mentaal zwaar onderzoek is. Het zijn sowieso al namen van gesneuvelden. Je weet dus op voorhand dat hun verhaal niet goed zal eindigen. Integendeel. Mannen van Lanaken sneuvelden in alle hoeken van het land, op allerlei manieren, in een poging de vijand tegen te houden. De ene sneuvelde bij de Luikse forten, de ander in de loopgraven bij de IJzer of in een Duits gevangenkamp. Sommigen door kogels, de ander door een ongeluk. Één stierf zelfs maar een uurtje voor de wapenstilstand inging. Duits geweervuur kreeg hem nog te pakken bij een laatste patrouille.

Deze feiten zijn schrijnend maar helaas ook nog van deze tijd. Overal ter wereld spelen zowel mannen als vrouwen in zulke verhalen de hoofdrol. Hopelijk brengt de herdenking van de Groote Oorlog toch enkele mensen wat gezond verstand. Want persoonlijk vind ik het wat hypocriet om te klagen over de wreedheden uit het verleden terwijl men blind blijft voor het onrecht in het heden.

Om maar met een positieve historische noot verder te gaan: ik heb genoten van de zonnige Open Monumentendag. U ook? Het was voor mij de eerste keer dat ik de oude molen in de Heidemolenstraat zag en ik was onder de indruk, ook van het spaarbekken dat erachter ligt. Niet dat ik niet wist dat er veel waterlopen in Lanaken zijn. De Waterstraat kreeg niet voor niets haar naam. Hoewel enkele eeuwen geleden enkel het eerste deel vanaf de Koning Albertlaan tot iets hoger dan de Sportstraat zo heette. Vanaf dan was het de Holtstraat, wat verwees naar het beboste gebied dat er lag. Nog vele andere straatnamen verwijzen nu nog naar het verleden van Lanaken. En maar goed ook. Men zal in de toekomst immers altijd weten dat er in Lanaken bijvoorbeeld een station lag, wanneer men over de Stationsstraat rijdt. Of, zoals sommigen in de volksmond nog zeggen: de Statiestraat.

Naast de molen vond ik het ook gezellig druk met de talrijke activiteiten die men in en rond de Waterbucht had georganiseerd. Hoewel ik me afvraag hoeveel mensen voorbij de fundamenten van de oude brouwerij, die aan de voorkant van het kasteel stond, zijn gewandeld. Je kunt de eeuwenoude stenen nog zien, net onder het wateroppervlak van de tweede gracht rond de burcht.

Je ziet, soms schuilt een interessant stukje geschiedenis in een moeilijk te vinden hoekje. Zeker als je wordt afgeleid door de Waterburcht, het jachtslot en al die feestelijkheden!

Door tijdsgebrek kon ik helaas niet de Paterskerk in Rekem bezoeken, hoewel die zeker nog op mijn verlanglijstje staat. Op datzelfde lijstje staat trouwens ook onze Neanderthalersite. De vondsten die onderzoekers daar naar boven haalden kwamen uitgebreid aan bod in de lessen archeologie die ik enkele jaren geleden aan de universiteit van Gent volgde. De professor toen was er laaiend enthousiast over, dus mijn verwachtingen liggen hoog. Helaas moet ik nog even geduld hebben, maar dat blijkt een mooie deugd te zijn, en ik ben er zeker van dat de Neanderthalersite het wachten waard is.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

18 − 1 =