Column Lanaken

Column HBVL – Deel 7

Een rampzalige dag voor Lanaken

De komende dagen, 4 en 7 oktober, zijn sinds een eeuw de belangrijkste dagen uit de geschiedenis van Groot-Lanaken. Toch wanneer het over de Eerste Wereldoorlog gaat.

Het is exact honderd jaar geleden, op 3 oktober 1914, dat de Kommandantur in Tongeren een strafcolonne naar het noorden van Limburg stuurde. De paar duizend Duitse infanteristen, ondersteund door mitrailleurs en artilleriestukken, namen de weg van Tongeren naar Maaseik, de grootste weg die toen in onze streek liep en die onze gemeente doorkruiste. Een geluk voor de Duitse troepen, want ze waren al langer op zoek naar Edgard de Caritat en de Belgische soldaten die zich verborgen in de bossen van Pietersheim.

In de vroege ochtend van 4 oktober was het dan zo ver. De kanonsschoten tijdens de beschieting van de Sint-Ursulakerk schudden zelfs de Maastrichtenaren wakker. Vanop een afstand zagen zij hoe granaten de kerktoren en sacristie zwaar beschadigden.

Dat was echter nog niet het einde van deze onheilsdag. De Kommandantur wilde immers oorlogsburgemeesterEdgard de Caritat straffen voor zijn verzetsdaden. Daarom trok de strafcolonne vanuit het centrum richting Bergergraef, de villa van de burgemeester, die lag tegenover wat nu de bibliotheek is. Bergergraef werd beschoten en in brand gestoken. De Duitse furie was hiermee echter niet bekoeld en nog tientallen andere huizen in dezelfde wijk gingen in vlammen op. Zo ook de lagere scholen van de gemeente. De bekende foto van de jongensschool, het gebouw wat we nu als de bibliotheek kennen, spreekt boekdelen: enkel de zijmuren staan nog recht. Het dak en de complete inboedel zijn verslonden door de vlammen. Er viel ook één burgerslachtoffer: Julien Dirix. Vijandelijke soldaten maakten hem brutaal af in een veld.

In ieder geval was het de Duitsers menens. De strafcolonne zette haar tocht immers verder en verjoeg alle Limburgse brigades van generaal Deschepper. Ook Edgard de Caritat vluchtte noordwaarts richting Hamont en het hoofdkwartier van zijn generaal, opgejaagd door de vijand.

Zwervend in bossen en gemeenten bereikte hij met een grote groep Belgische soldaten en vrijwilligers Hamont op 7 oktober. De Duitsers hadden hen echter ingehaald en ze beschoten ook deze gemeente. Op die dag viel er weer een slachtoffer: burgemeester Edgard de Caritat. De rest is geschiedenis …

Nog een afsluitende voetnoot: dit zal voorlopig mijn laatste column zijn voor deze bijlage. Ik hoop dat mijn schrijfsels iedereen veel leesplezier hebben gegeven. Natuurlijk zijn er nog talloze bekende en minder bekende verhalen over de geschiedenis van Groot-Lanaken te vertellen.

Ik hoop dat deze columns u ertoe aanzetten om uw eigen historische verhalen te delen. Of dit nu is met familie, vrienden, de dienst Erfgoed, heemkundige kringen of met mijzelf als historicus. Wanneer we onze kennis niet verder vertellen aan een ander, gaat ze verloren. En dat zou in het geval van onze gemeente en haar rijke geschiedenis heel jammer zijn.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

fourteen − 1 =