Category Archives: Geschiedenis Groot-Lanaken

Arme kleine in Lanaken

Soms komen er vreemde verhalen naar boven. Zo ook in de krant Limburger Koerier van dinsdag 14 april 1936. In deze uitgave stond een artikel met als titel Arm kleine, het verhaal speelde zich af in Lanaken.

In april 1936 klopte een vrouw uit de Broekstraat in Lanaken immers aan bij de politie. Hier kwam ze aangifte doen van een driejarig meisje. Dit kleine meisje woonde nu al enkele maanden bij de vrouw in maar was niet haar dochter. Het was volgens haar immers de dochter van een oudere vrouw uit Maastricht.

De Nederlandse vrouw had haar dochtertje bij de vrouw in Lanaken ter bewaring achtergelaten. Het zou gaan om een vrouw, toen getrouwd met een zekere V.D, maar bij publicatie van het krantenartikel gescheiden. De vrouw had ook een tijdje als meid in twee herbergen vlakbij de toenmalige Statiestraat, nu Stationsstraat, gewerkt.

De vrouw uit de Broekstraat had al contact opgenomen met de Nederlandse vrouw betreffende het kleine meisje, maar er was geen reactie op gekomen. Daarom deed ze nu aangifte bij de politie.

Een vreemd verhaal waarbij een moeder haar kind achterlaat bij iemand anders en dan niets meer van zich laat horen. Was het kind ongewenst geworden? Of kon de Nederlandse vrouw het financieel niet meer aan? We zullen het helaas nooit weten, maar de titel van het krantenartikel spreekt boekdelen, want ook toen al vond men het driejarig meisje een “arm kind”.

 

Over: Edgard de Caritat de Peruzzis

Hieronder kunt u meer lezen over Edgard de Caritat de Peruzzis, burgemeester van de gemeente Lanaken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze tekst is door mij als historicus geschreven na onderzoek in de archieven.

Edgard de Caritat de Peruzzis

Al op 28-jarige leeftijd werd Edgard de Caritat in 1908 de burgemeester van Lanaken. In deze functie ondertekende hij de verschillende militielijsten die gemeente inwoners het leger, en dus ook de oorlog, instuurden.

Bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog besloot Edgard de Caritat echter ook zichzelf bij het vrijwilligerskorps van het 11de linieleger te voegen. Zo maakte hij zich lid van één van de vele brigades die generaal-majoor Deschepper, tijdens de eerste oorlogsmaanden militair gouverneur van Limburg, in verschillende gemeenten oprichtte.

Contactpersoon tijdens de Eerste Wereldoorlog

Edgard de Caritat hield zowel per telefoon alsook met postduiven contact met generaal Deschepper. Zo verstuurde hij inlichtingen over de troepenbeweging van de Duitse vijand in de wijde regio rond Lanaken naar het militair commando.

Edgard de Caritat meldde waar groepen Huzaren of Ulanen zich ophielden, maar gaf ook door hoeveel troepen er per trein vanuit Duitsland ons land binnenreden. Wanneer er zich vijandelijke soldaten op het grondgebied van Groot-Lanaken ophielden, schakelde hij dan weer de brigades van generaal De Schepper in om deze te verjagen. Daarnaast hielp hij ook mee met de sabotage van trein- en tramsporen.

Duitse wraak op burgemeester de Caritat

De activiteiten van de burgemeester werden door zijn oversten geroemd. Ze wekten echter ook de woede van de Duitse kommandatur op, die daarom tijdens hun mars richting de Achelse Kluis, waar generaal-majoor Deschepper zich ophield, in Lanaken halt hield.

Daar beschoten de Duitsers als straf op 4 oktober met hun artilleriestukken de kerk en het centrum van Lanaken. Zowel scholen, de villa en brouwerij van de familie de Caritat alsook particuliere huizen werden verwoest in de daaropvolgende brand. Er viel ook één burgerlijk slachtoffer.

Het einde van Edgard de Caritat

Edgard de Caritat had uit voorzorg zijn vrouw en kinderen al veilig in Maastricht ondergebracht, maar werd nu zelf opgejaagd. Samen met andere oorlogsvrijwilligers vluchtte hij naar Hamont waar men veilig de Nederlandse grens overstak om geïnterneerd te worden. Duitse kogels verwondden Edgard de Caritat echter dodelijk, nog voor hij de grens kon bereiken.

In de nacht van 7 oktober overleed hij dan ook te Hamont. Zijn lichaam werd diezelfde nacht naar Maastricht gesmokkeld en begraven om het uit Duitse handen te houden. Pas na de oorlog, op 9 juni 1919, bracht men hem naar het kerkhof te Lanaken. Dit gebeurde met zowel Nederlandse als militaire escorte, onder het goedkeurend oog van honderden toegestroomde enthousiastelingen. Zijn kist, gedrapeerd met de Belgische driekleur, werd zo op een affuit van een kanon getrokken door zes paarden, naar de kerk van Lanaken gebracht.

De herinnering aan Edgard de Caritat de Peruzzis in Lanaken

Hoewel zijn oorlogsdaden het Duitse leger ertoe aanzette om Lanaken af te straffen, ziet de meerderheid van de Lanakenaren Edgard de Caritat als een volksheld die in opstand kwam tegen de vijand. Voor zijn rol als oorlogsvrijwilliger decoreerde de Belgische staat hem postuum met eretekens die daden van moed en opoffering beloonden.

Column HBVL – Deel 7

Een rampzalige dag voor Lanaken

De komende dagen, 4 en 7 oktober, zijn sinds een eeuw de belangrijkste dagen uit de geschiedenis van Groot-Lanaken. Toch wanneer het over de Eerste Wereldoorlog gaat.

Het is exact honderd jaar geleden, op 3 oktober 1914, dat de Kommandantur in Tongeren een strafcolonne naar het noorden van Limburg stuurde. De paar duizend Duitse infanteristen, ondersteund door mitrailleurs en artilleriestukken, namen de weg van Tongeren naar Maaseik, de grootste weg die toen in onze streek liep en die onze gemeente doorkruiste. Een geluk voor de Duitse troepen, want ze waren al langer op zoek naar Edgard de Caritat en de Belgische soldaten die zich verborgen in de bossen van Pietersheim.

In de vroege ochtend van 4 oktober was het dan zo ver. De kanonsschoten tijdens de beschieting van de Sint-Ursulakerk schudden zelfs de Maastrichtenaren wakker. Vanop een afstand zagen zij hoe granaten de kerktoren en sacristie zwaar beschadigden.

Dat was echter nog niet het einde van deze onheilsdag. De Kommandantur wilde immers oorlogsburgemeesterEdgard de Caritat straffen voor zijn verzetsdaden. Daarom trok de strafcolonne vanuit het centrum richting Bergergraef, de villa van de burgemeester, die lag tegenover wat nu de bibliotheek is. Bergergraef werd beschoten en in brand gestoken. De Duitse furie was hiermee echter niet bekoeld en nog tientallen andere huizen in dezelfde wijk gingen in vlammen op. Zo ook de lagere scholen van de gemeente. De bekende foto van de jongensschool, het gebouw wat we nu als de bibliotheek kennen, spreekt boekdelen: enkel de zijmuren staan nog recht. Het dak en de complete inboedel zijn verslonden door de vlammen. Er viel ook één burgerslachtoffer: Julien Dirix. Vijandelijke soldaten maakten hem brutaal af in een veld.

In ieder geval was het de Duitsers menens. De strafcolonne zette haar tocht immers verder en verjoeg alle Limburgse brigades van generaal Deschepper. Ook Edgard de Caritat vluchtte noordwaarts richting Hamont en het hoofdkwartier van zijn generaal, opgejaagd door de vijand.

Zwervend in bossen en gemeenten bereikte hij met een grote groep Belgische soldaten en vrijwilligers Hamont op 7 oktober. De Duitsers hadden hen echter ingehaald en ze beschoten ook deze gemeente. Op die dag viel er weer een slachtoffer: burgemeester Edgard de Caritat. De rest is geschiedenis …

Nog een afsluitende voetnoot: dit zal voorlopig mijn laatste column zijn voor deze bijlage. Ik hoop dat mijn schrijfsels iedereen veel leesplezier hebben gegeven. Natuurlijk zijn er nog talloze bekende en minder bekende verhalen over de geschiedenis van Groot-Lanaken te vertellen.

Ik hoop dat deze columns u ertoe aanzetten om uw eigen historische verhalen te delen. Of dit nu is met familie, vrienden, de dienst Erfgoed, heemkundige kringen of met mijzelf als historicus. Wanneer we onze kennis niet verder vertellen aan een ander, gaat ze verloren. En dat zou in het geval van onze gemeente en haar rijke geschiedenis heel jammer zijn.

Column HBVL – Deel 6

Open Monumentendag in Lanaken en Rekem

Laatst had ik het over de bekende Edgard de Caritat die tijdens de Eerste Wereldoorlog de wapens opnam. Natuurlijk was hij niet de enige in Groot-Lanaken die ging vechten.

Zoals in elke oorlog lieten veel van deze mannen het leven. Men let er misschien niet meer op, maar in zowat elke gemeente van Groot-Lanaken staat er een oorlogsmonument waarop de namen van deze gesneuvelden staan gebeiteld. Samen met de andere leden van de werkgroep ‘Helden Groot-Lanaken’ probeer ik het verhaal van elke naam te achterhalen.

Ik moet toegeven dat dat een mentaal zwaar onderzoek is. Het zijn sowieso al namen van gesneuvelden. Je weet dus op voorhand dat hun verhaal niet goed zal eindigen. Integendeel. Mannen van Lanaken sneuvelden in alle hoeken van het land, op allerlei manieren, in een poging de vijand tegen te houden. De ene sneuvelde bij de Luikse forten, de ander in de loopgraven bij de IJzer of in een Duits gevangenkamp. Sommigen door kogels, de ander door een ongeluk. Één stierf zelfs maar een uurtje voor de wapenstilstand inging. Duits geweervuur kreeg hem nog te pakken bij een laatste patrouille.

Deze feiten zijn schrijnend maar helaas ook nog van deze tijd. Overal ter wereld spelen zowel mannen als vrouwen in zulke verhalen de hoofdrol. Hopelijk brengt de herdenking van de Groote Oorlog toch enkele mensen wat gezond verstand. Want persoonlijk vind ik het wat hypocriet om te klagen over de wreedheden uit het verleden terwijl men blind blijft voor het onrecht in het heden.

Om maar met een positieve historische noot verder te gaan: ik heb genoten van de zonnige Open Monumentendag. U ook? Het was voor mij de eerste keer dat ik de oude molen in de Heidemolenstraat zag en ik was onder de indruk, ook van het spaarbekken dat erachter ligt. Niet dat ik niet wist dat er veel waterlopen in Lanaken zijn. De Waterstraat kreeg niet voor niets haar naam. Hoewel enkele eeuwen geleden enkel het eerste deel vanaf de Koning Albertlaan tot iets hoger dan de Sportstraat zo heette. Vanaf dan was het de Holtstraat, wat verwees naar het beboste gebied dat er lag. Nog vele andere straatnamen verwijzen nu nog naar het verleden van Lanaken. En maar goed ook. Men zal in de toekomst immers altijd weten dat er in Lanaken bijvoorbeeld een station lag, wanneer men over de Stationsstraat rijdt. Of, zoals sommigen in de volksmond nog zeggen: de Statiestraat.

Naast de molen vond ik het ook gezellig druk met de talrijke activiteiten die men in en rond de Waterbucht had georganiseerd. Hoewel ik me afvraag hoeveel mensen voorbij de fundamenten van de oude brouwerij, die aan de voorkant van het kasteel stond, zijn gewandeld. Je kunt de eeuwenoude stenen nog zien, net onder het wateroppervlak van de tweede gracht rond de burcht.

Je ziet, soms schuilt een interessant stukje geschiedenis in een moeilijk te vinden hoekje. Zeker als je wordt afgeleid door de Waterburcht, het jachtslot en al die feestelijkheden!

Door tijdsgebrek kon ik helaas niet de Paterskerk in Rekem bezoeken, hoewel die zeker nog op mijn verlanglijstje staat. Op datzelfde lijstje staat trouwens ook onze Neanderthalersite. De vondsten die onderzoekers daar naar boven haalden kwamen uitgebreid aan bod in de lessen archeologie die ik enkele jaren geleden aan de universiteit van Gent volgde. De professor toen was er laaiend enthousiast over, dus mijn verwachtingen liggen hoog. Helaas moet ik nog even geduld hebben, maar dat blijkt een mooie deugd te zijn, en ik ben er zeker van dat de Neanderthalersite het wachten waard is.

Column HBVL – Deel 5

Edgard de Caritat de Peruzzis

Het voelt goed om een historicus te zijn in Lanaken, en zeker niet te vergeten ook in alle deelgemeenten. Via allerlei kanalen zie ik mensen documenten, foto’s, prentkaarten en verhalen over vroeger en nu met elkaar delen. Zij die dit doen wil ik nu al bedanken. Want hoe groot een rijksarchief ook mag zijn, de geschiedenis van de gemeente start bij ons, inwoners van Lanaken.

Een zeer bekend verhaal uit die geschiedenis is dat van Edgard de Caritat de Peruzzis. Ik mocht al enkele weetjes en foto’s in mijn mailbox (info@historicusrob.be) ontvangen en ik hoop dat de stroom van informatie blijft komen. Maar aan de andere kant merk ik ook dat er nog veel onduidelijkheden en misverstanden de ronde doen. Hoe zat dat nu eigenlijk met de burgemeester van Lanaken en zijn verzet tijdens de Eerste Wereldoorlog?

Eerst en vooral moet je weten dat Edgard de Caritat niet de enige was die het de Duitse vijand moeilijk maakte. De Belgische overheid had bij het uitbreken van de oorlog generaal Deschepper uit pensioen geroepen om een geïmproviseerd leger in Limburg op de been te brengen. Dit leger bestond uit gendarmen, soldaten en oorlogsvrijwilligers. Edgard de Caritat was er één van. De taken die hij moest vervullen waren informatieve opdrachten.

Onze burgemeester stond in rechtstreeks contact met generaal Deschepper en via de telefoon, telegraaf en tenslotte per postduif hield Edgard de Caritat de legerleiding op de hoogte van vijandelijke troepenbewegingen. Want die waren er wel. De Duitsers wisten goed genoeg dat er groepjes soldaten en oorlogsvrijwilligers in de Limburgse bossen en gemeenten verscholen zaten. Daarom reden de Huzaren en Ulanen uitvoerig op verkenning rond.
Dit mondde geregeld uit in gewapende conflicten, ook in Groot-Lanaken. Hoogstwaarschijnlijk deed de burgemeester hier zelf niet aan mee, maar waarschuwde hij wel de brigades van Deschepper wanneer vijanden in de buurt waren.

Edgard de Caritat maakt het de Duitsers moeilijker en moeilijker, tot op een gegeven moment de Kommandantur in Tongeren besluit om het verzet in Limburg te breken. Voor Lanaken betekende dit de beschieting van de kerk en het in brand steken van tientallen huizen, waaronder dat van de familie de Caritat. Gelukkig waren vrouw en kinderen in veiligheid gebracht. Zij vonden onderdak in het neutrale Maastricht.

De jacht op de burgemeester was echter geopend en pas enkele dagen na de beschieting van Lanaken konden de Duitsers hem dodelijk verwonden. Nog voor zijn lichaam wordt opgeëist, smokkelt men het naar Maastricht waar een eerste, druk bezochte, begrafenis volgt.

Onder het oog van honderden, zo niet duizenden, toeschouwers, wordt het lichaam van Edgard de Caritat op Pinkstermaandag 1919 terug naar Lanaken gebracht. Zijn graf is nu nog altijd te bezoeken op het gemeentelijk kerkhof.

Op 7 oktober 2014 kun je misschien eens aan deze man denken, want dan is het 100 jaar geleden dat hij stierf. Hij was iemand die zijn job als burgemeester, zijn bezittingen, zijn familie én zijn eigen leven op het spel zette om zijn vaderland te verdedigen. En dat bewonder ik. Want jezelf wegcijferen voor een ander, zelfs al kost het je leven, lijkt me het moeilijkste wat er is.

Helaas kan ik hier niet alle details van dit verhaal vertellen. Ik zou anders enkele pagina’s van deze krant moeten vullen. Jullie kunnen echter meer lezen op mijn aparte pagina over Edgard de Caritat de Peruzzis.