“Zin om een gestreken mastel te eten?”. Als Limburger in Gent had ik geen idee wat dat was, een ‘gestreken mastel’. Laat staan dat ik wist dat er ook iets bestaat als ‘gewijde mastellen’. En ik vond het al helemaal gek worden toen bleek dat je het kan eten.
Nochtans is een Gentse gestreken mastel een lokaal streekproduct dat op mijn lijf geschreven staat. Want een gewijde mastel is een historisch streekgerecht, vooral klaargemaakt in de Gentse wijk Patershol, in het centrum van de stad. Ik groef wat dieper in de Gentse cultuur en vertel je hieronder graag meer over de geschiedenis van dit gerecht.
De geschiedenis van de gewijde gestreken mastel van Gent: Sint-Hubertus
Het recept van de gestreken mastellen kent haar origine zo’n 900 jaar geleden. We zitten dan volop in de middeleeuwen. Een moment dat Gent als stad haar vlucht omhoog kende. Maar ook in Brussel kende men dit gebak.
Op dit moment eten de Gentenaren de gestreken mastellen vooral tijdens de Patersholfeesten jaarlijks in augustus.
Maar weinig mensen weten dat de Gentse mastellen eigenlijk op een andere periode in het jaar. Namelijk in november.
Op 3 november is het de dag van Sint Hubertus, de patroonheilige van de jacht. Volgens de legende zouden gewijde mastellen beschermen tegen hondsdolheid. Als je als jager tenminste je Gentse mastellen door een pastoor liet wijden. Vandaar de ‘gewijde mastellen’ van Gent.
Maar wat is dat nu eigenlijk, een Gentse gestreken mastel?
Een Gentse gestreken mastel, of ze nu gewijd is of niet, is een gebak dat gezien wordt als typisch streekproduct. De ingrediënten zijn een soepel deeg en zeker niet te vergeten bruine kandijsuiker en kaneel. Het broodje is rond met een kuiltje erin. Het wordt doorgesneden met hiertussen zouteboter,bruine kandijsuiker en kaneel.
Je eet een Gentse mastel vaak droog. Dit betekent dat ze is afgekoeld maar in een lauw oventje op temperatuur wordt gehouden terwijl ze regelmatig wordt omgedraaid. Mjin voorkeur gaat echter naar een vers gestreken mastel.
Ik heb het trouwens vaak over gestreken en ja, dat betekent inderdaad wat je denkt. Want als je het broodje van een mastel hebt gemaakt, dan wordt het gestreken tussen aluminiumfolie. Hierdoor wordt het een platte koek, smelt de suiker en wordt de kaneelsmaak wat sterker. En dat maakt dit streekproduct net zo typisch en…heerlijk!
De Gentse gestreken mastel: recept
Ik ben geen chef kok,maar ik geef je het hier graag mee: het recept voor een Gentse gestreken mastel
Ben je trouwens op zoek naar écht historische recepten? Historica Annelies Van Wittenbergh dook de geschiedenis in en zocht ze voor je uit. Dat mondde uit in een receptenboek met geschiedkundige omkadering. Het kookboek Smaak! kan ik dus alleen maar aanraden! En je kan het hier verkrijgen.
Een smakelijke geschiedenis van de gewijde Gentse gestreken mastellen
Ik vond het wel leuk, die smakelijke kennismaking met de gestreken mastellen. En als ik in De wijk Patershol in het centrum van Gent op een terrasje vertoef, dan ga ik zeker nog eens zo’n Gentse mastel eten. Of het een gewijde gestreken mastel zal zijn is nog maar de vraag…
Ken je zelf ook de geschiedenis van een streekproduct en wil je dat delen op mijn blog? Neem dan zeker eens contact met me op!
Wil je Gent nog verder verkennen? Dan is dit natuurlijk de ideale handleiding: Time To Momo