Hieronder kunt u meer lezen over Edgard de Caritat de Peruzzis, burgemeester van de gemeente Lanaken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze tekst is door mij als historicus geschreven na onderzoek in de archieven.
Edgard de Caritat de Peruzzis
Al op 28-jarige leeftijd werd Edgard de Caritat in 1908 de burgemeester van Lanaken. In deze functie ondertekende hij de verschillende militielijsten die gemeente inwoners het leger, en dus ook de oorlog, instuurden.
Bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog besloot Edgard de Caritat echter ook zichzelf bij het vrijwilligerskorps van het 11de linieleger te voegen. Zo maakte hij zich lid van één van de vele brigades die generaal-majoor Deschepper, tijdens de eerste oorlogsmaanden militair gouverneur van Limburg, in verschillende gemeenten oprichtte.
Contactpersoon tijdens de Eerste Wereldoorlog
Edgard de Caritat hield zowel per telefoon alsook met postduiven contact met generaal Deschepper. Zo verstuurde hij inlichtingen over de troepenbeweging van de Duitse vijand in de wijde regio rond Lanaken naar het militair commando.
Edgard de Caritat meldde waar groepen Huzaren of Ulanen zich ophielden, maar gaf ook door hoeveel troepen er per trein vanuit Duitsland ons land binnenreden. Wanneer er zich vijandelijke soldaten op het grondgebied van Groot-Lanaken ophielden, schakelde hij dan weer de brigades van generaal De Schepper in om deze te verjagen. Daarnaast hielp hij ook mee met de sabotage van trein- en tramsporen.
Duitse wraak op burgemeester de Caritat
De activiteiten van de burgemeester werden door zijn oversten geroemd. Ze wekten echter ook de woede van de Duitse kommandatur op, die daarom tijdens hun mars richting de Achelse Kluis, waar generaal-majoor Deschepper zich ophield, in Lanaken halt hield.
Daar beschoten de Duitsers als straf op 4 oktober met hun artilleriestukken de kerk en het centrum van Lanaken. Zowel scholen, de villa en brouwerij van de familie de Caritat alsook particuliere huizen werden verwoest in de daaropvolgende brand. Er viel ook één burgerlijk slachtoffer.
Het einde van Edgard de Caritat
Edgard de Caritat had uit voorzorg zijn vrouw en kinderen al veilig in Maastricht ondergebracht, maar werd nu zelf opgejaagd. Samen met andere oorlogsvrijwilligers vluchtte hij naar Hamont waar men veilig de Nederlandse grens overstak om geïnterneerd te worden. Duitse kogels verwondden Edgard de Caritat echter dodelijk, nog voor hij de grens kon bereiken.
In de nacht van 7 oktober overleed hij dan ook te Hamont. Zijn lichaam werd diezelfde nacht naar Maastricht gesmokkeld en begraven om het uit Duitse handen te houden. Pas na de oorlog, op 9 juni 1919, bracht men hem naar het kerkhof te Lanaken. Dit gebeurde met zowel Nederlandse als militaire escorte, onder het goedkeurend oog van honderden toegestroomde enthousiastelingen. Zijn kist, gedrapeerd met de Belgische driekleur, werd zo op een affuit van een kanon getrokken door zes paarden, naar de kerk van Lanaken gebracht.
De herinnering aan Edgard de Caritat de Peruzzis in Lanaken
Hoewel zijn oorlogsdaden het Duitse leger ertoe aanzette om Lanaken af te straffen, ziet de meerderheid van de Lanakenaren Edgard de Caritat als een volksheld die in opstand kwam tegen de vijand. Voor zijn rol als oorlogsvrijwilliger decoreerde de Belgische staat hem postuum met eretekens die daden van moed en opoffering beloonden.